Bli ach

Boekrecensie: Regionalism and modern Europe. Identity construction and movements from 1890 to the present day

Xosé M. Nuñez Seixas & Eric Storm, red.

Londen & New York: Bloomsbury, 2019. 365 p.
ISBN 978 1 4742 7519 4
€29,66

Sinds 2010 groeit de markt in – veelal glossy – magazines die de tradities en identiteit van specifieke Nederlandse regio’s in kaart brengen. Noorderland Magazine, Mijn Gelderland en In Brabant, een tijdschrift bedoeld om ‘u, de lezer, aan het denken te zetten over wat het betekent om Brabander te zijn’, trekken een vast lezerspubliek en laten zien dat regionalisme vandaag de dag sterk leeft. Deze fascinatie voor regionaal erfgoed en identiteit is echter niet alleen van deze tijd: tijdschriften zoals De Maasgouw (1879-), Eigen erf; geïllustreerd familieweekblad voor Overijssel en Drenthe (1926-50), Brabantia Nostra (1935-42) en Het Noorden in Woord en Beeld (1925-53) tonen aan dat regionalisme ook in de tweede helft van de negentiende en de eerste helft van de twintigste eeuw enorm in zwang was.

Regionalism and modern Europe verbindt deze verschillende hoogtijdagen van regionalisme in Europa vanuit diachronisch perspectief. De afzonderlijke artikelen schetsen een historische ontwikkeling van regionalisme, vanaf de laat negentiende eeuw tot nu, en vergelijken verscheidene Europese casussen met elkaar. Jan-Henrik Meyers bijdrage geeft voorbeelden van regio’s in Duitsland, Italië, Polen en voormalig Joegoslavië om de historische rol van regionale initiatieven tot natuurbehoud te analyseren. Irina Livezeanu en Petru Negurǎ onderzoeken de dynamiek tussen regionalisme en nationalisme in diverse historische grensgebieden zoals Transsylvanië, het Banaat, Moldavië en Slowakije.

Deze aanpak biedt de lezer niet alleen een gedegen geschiedkundig perspectief op de rol en representatie van regio’s in Europa, maar ook een zeer waardevolle aanzet om regio’s juist vanuit een transnationaal perspectief te beschouwen. Dit is een broodnodige visie als we de internationaal verspreide representaties van regio’s via bijvoorbeeld wereldtentoonstellingen, de media en in vertaalde streekliteratuur in ogenschouw nemen. De bundel geeft middels deze vergelijkende casussen een verfrissende blik op een onderzoeksveld dat in het verleden vooral gedomineerd werd door onderzoek naar regionalisme in relatie tot nationalisme, zoals onder meer blijkt uit Timothy Baycrofts Culture, Identity and Nationalism (2004) en Joost Augusteijns en Eric Storms Region and State in Nineteenth-Century Europe (2012).

Nuñes Seixas en Storm verwijzen in hun introductie terecht naar het wetenschappelijke debat rondom ‘regional nationalism’ (p. 4), een term ontleend aan het werk van Michael Keating, en problematiseren het onderscheid tussen nationalisme en regionalisme middels voorbeelden zoals Catalonië en Luxemburg. Regionalisme, zo schrijven Seixas en Storm, is bij uitstek een ambigu begrip en voor meerdere interpretaties vatbaar. Dat blijkt ook uit de essays die regionalisme vanuit respectievelijk economisch (Smith-Peter), cultureel (Hopkin) en politiek perspectief (Petrosino) voor het voetlicht brengen en meestal ook een relatie tussen deze diverse niveaus van regionalisme laten zien. Zo beschrijft James Kennedy de samenhang tussen cultureel regionalisme, in de vorm van literatuur, taalgebruik en folklore, en politiek regionalisme in onder meer Schotland, Wales en Noord-Ierland. Nuñes Seixas laat op overtuigende wijze zien hoe regionale culturen in met name Baskenland en Catalonië cultureel en politiek weerstand genereerden tegen Franco’s fascistische regime.

Problematisering van bestaande opvattingen over Europees regionalisme, in het verleden en heden, is de kracht van deze verzameling wetenschappelijke essays. Deze bestaan uit een aantal thematische essays over voedsel, folklore, toerisme en taal, gevolgd door drie bijdragen over politiek regionalisme en een derde boekdeel dat een aantal specifieke geografische casussen omvat, waaronder Rusland, de Baltische Staten en Scandinavië. Deze problematisering betreft vaak de veranderende opvattingen over de regio door de tijd heen. Eric Storms bijdrage over toerisme laat een verschuiving zien van een denken over de regio in termen van authenticiteit naar wat we vandaag de dag ‘branding’ noemen. Regio’s krijgen een bepaalde identiteit toebedeeld die goed in de markt ligt en toeristen naar de streek lokt. De maakbaarheid van regio’s en hun identiteit en het idee van ‘branding’ bieden mijns inziens bruikbare handvaten om ook naar regionalisme in het verleden te kijken, iets wat te weinig blijkt uit Storms stuk. Kijken we bijvoorbeeld naar tijdschriftartikelen zoals ‘Mooi Twente’ in Eigen Erf (28 juni 1935) en een artikel over Connemara in The Irish Tourist (mei 1896), dan zien we hoe fotografie en tekst worden ingezet om een aantrekkelijk beeld van een ‘eigen’ streek te construeren.

Het artikel over folklore van de hand van David Hopkin introduceert terminologie vanuit de natuurwetenschappen, zoals ‘ecotype’ (p. 47), om juist de specifieke lokalisering van regionale culturen aan de kaak te stellen. Hij laat middels voorbeelden uit Bretagne, Portugese regio’s, West-Ierland en Karelië zien dat we veel landgrensoverschrijdende overeenkomsten kunnen vinden tussen het gebruik van folklore, naast specifieke variaties. Hopkins hoofdstuk openbaart daarmee een transnationale aanpak die het idee van begrensde regionale culturen ondermijnt. Bovendien stelt hij relevante vragen in zijn stuk: is het onderscheid dat gemaakt wordt tussen etnografie als materiële cultuur en folklore als mondeling overgeleverde cultuur legitiem? Kijken we bijvoorbeeld naar de Ierse Revival dan is dit inderdaad niet zo duidelijk: orale tradities van volksverhalen werden door schrijvers zoals Lady Gregory en W.B. Yeats opgetekend. Hopkins artikel kan in dat opzicht ook als methodologisch grensverleggend worden beschouwd.

Het aan de kaak stellen van grenzen is een terugkerend thema in Regionalism and Modern Europe. Daarnaast laten diverse artikelen zien hoe regionalisme beïnvloed wordt door globalisering en andersom. Johannes Kabatek stelt dat migranten vaak de streektaal leren in plaats van de gestandaardiseerde variant vanwege contact met de lokale bevolking. Storm poneert de term ‘homesick tourism’ (p. 111) om de transnationale toeristische toestroom van diasporagemeenschappen naar regio’s in het ‘thuisland’ te beschrijven. Meyer beschrijft hoe maatregelen rondom klimaatsverandering regionale gemeenschappen, die hun streek willen beschermen, vaak in conflict brengen met nationale of zelfs Europese overheden. Kolleen M. Guy richt zich op de populariteit van regionaal geproduceerd voedsel door de eeuwen heen, met aandacht voor de impact van internationale distributie. Ze geeft een originele invalshoek, al verdient het thema rampen meer aandacht: het is juist in zo’n context dat regionale gemeenschappen internationale solidariteit lieten zien.

Regionalism and Modern Europe biedt veel stof tot nadenken voor onderzoekers van Europa in de moderne tijd en met name het stuk van Joep Leerssen over regionalisme in de Lage Landen verschaft verhelderend inzichten in dit onderwerp op het gebied van Nederland en België, met betrekking tot taal, regionale bewegingen en religie. Dat elk hoofdstuk bovendien voorzien wordt van verdere leessuggesties met betrekking tot het onderwerp, wekt verdere nieuwsgierigheid naar een scala aan andere voorbeelden en transnationale invalshoeken om regio’s te bestuderen.

Marguérite Corporaal, hoogleraar Ierse Literatuur in Transnationale Contexten, Radboud Universiteit. Zij leidt het door NWO met een VICI beurs gehonoreerde project Redefining the Region: the Transnational Dimensions of Local Colour (2019-24; VI.C.181.026). Tevens is zij projectleder van Heritages of Hunger, dat gefinancierd wordt middels een NWO-NWA –ORC subsidie (2019-24).
Migratie en identiteit

Jaarcongres De Moderne Tijd 2018

Migratie en identiteit

Amsterdam, vrijdag 14 december 2018
Universiteitsbibliotheek (Singel 425), Doelenzaal

Migratie is een van de meest besproken thema’s op dit moment. Door velen in het publieke debat wordt de migratiesamenleving gezien als een nieuw fenomeen en een breuk met de voorgaande eeuwen. Tegelijkertijd wordt het beeld van Nederland als een van oudsher gastvrij land nog steeds gehuldigd.

De interdisciplinaire werkgroep De Moderne Tijd (voorheen De Negentiende Eeuw) organiseert op 14 december 2018 het jaarcongres Migratie en identiteit. In dit congres onderzoeken we de betekenis van migratie voor de negentiende en vroege twintigste eeuw. Veel historisch onderzoek naar migratie wordt gedaan door sociale en economische historici. De aandacht gaat hierbij meestal uit naar structurele processen en veranderingen. Op dit congres staat juist de culturele dimensie en de relatie tussen migratie en identiteitsvorming in de moderne tijd (ca. 1780-1940) centraal.

Een divers gezelschap van sprekers zal ingaan op de ervaringen van de migranten zelf, maar ook van de samenleving die de migranten ontvangt of juist ziet vertrekken. Was migratie evenzeer bepalend voor identiteitsvorming als tegenwoordig of zijn de verhalen van en over migranten juist heel anders dan nu?

Programma

10:10-10:15
Welkom voorzitter
10:15-10:45
‘Immigratie, integratie en identiteit in Nederland: ups en downs c. 1780-1940’

Jan Lucassen
11:45-11:00
Koffie
11:00-11:30
‘Migratie, belonging en beleid in de Zuidelijke Nederlanden: België, c. 1780-1914’

Anne Winter
11:30-12:00
‘Duitse gastvrijheid in Leiden. Werk, leven en integratie van twee Duits-Lutherse herbergiersfamilies in het Heerenlogement aan de Burcht (c. 1750-1820)’

Vincent van Zuilen
12:00-13:00
Lunchpauze
13:00-13:30
‘J.J. Eeckhout, een Belgische schilder in Den Haag (1831-1844)’

Anna Rademakers
13:30-14:00
‘Trans-Atlantisch verbonden. Communicatie via prentbriefkaarten tussen landverhuizers in Amerika en achterblijvers in Europa, c. 1900-1940’

Marie-Charlotte Le Bailly
14:00-14:30
Koffie en thee
14:30-15:00
‘Duitse vluchtelingen in Nederland. Wijzigingen in het beleid van de Nederlandse regering in de periode 1914 tot 1951’

Angela Boone
15:00-15:30
‘Migranten rond het Achterhuis van Anne Frank’

Gertjan Broek
15:30-16:00
‘Fenix: de plek waar landverhuizers een gezicht krijgen’

Wim Pijbes
16:00-17:00
Slotconversatie
17:00-18:00
Borrel

Aanmelden

Kosten voor de dag: €25 (studenten en promovendi €15) inclusief lunch. Let op: ter plekke gepast contant te betalen. Opgeven s.v.p. vóór 7 december 2018 bij de secretaris van de werkgroep Marjet Brolsma: M.Brolsma@uva.nl.

Migratie en identiteit

Call for Papers Jaarcongres 2018: ‘Migratie en identiteit’

Migratie en identiteit

Migratie is een van de meest besproken thema’s op dit moment. Door velen in het publieke debat wordt de migratiesamenleving gezien als een nieuw fenomeen en een breuk met de voorgaande eeuwen. Tegelijkertijd wordt het beeld van Nederland als een van oudsher gastvrij land nog steeds gehuldigd. In dit congres onderzoeken we de betekenis van migratie voor de negentiende en vroeg twintigste eeuw.
Veel historisch onderzoek naar migratie wordt gedaan door sociale en economische historici. De aandacht gaat hierbij meestal uit naar structurele processen en veranderingen. Op dit congres willen we vooral aandacht besteden aan de culturele dimensie en de relatie tussen migratie en identiteitsvorming in de moderne tijd (ca. 1780-1940). Centraal staan de ervaringen van de migranten zelf, maar ook van de samenleving die de migranten ontvangt of juist ziet vertrekken. Was migratie evenzeer bepalend voor identiteitsvorming als tegenwoordig of zijn de verhalen van en over migranten juist heel anders dan nu? In hoeverre werd er bijvoorbeeld gesproken over een ‘multicultureel drama’ in de moderne tijd? Welke bijdragen leverden migranten aan de vorming van de Nederlandse en Belgische nationale identiteit? Welke rol speelt de vluchtelingenproblematiek in de negentiende en vroege twintigste eeuw? En welke historische bronnen hebben we tot onze beschikking om deze verhalen te reconstrueren?

Subthema’s

  • Migratie en nationale identiteit
  • Ervaringen & egodocumenten migranten
  • Ballingschap en asiel
  • Migratie en percepties van (nationale) veiligheid
  • Opvang van migranten
  • Maatschappelijke debat
  • Culturele beeldvorming over migratie
  • Bijdragen van geïmmigreerde kunstenaars en schrijvers aan de nationale identiteit
  • Juridische status migranten en vluchtelingen
  • Religie, kerk en migratie

Wij nodigen sprekers uit voor een lezing van 20 minuten, te houden op ons congres van vrijdag 14 december 2018 in Amsterdam.

Abstracts van max. 150 woorden kunnen worden ingeleverd tot 15 juni as. bij de secretaris van de werkgroep Matthijs Lok: M.M.Lok@uva.nl.

De indieners krijgen voor 1 augustus bericht van het bestuur van de werkgroep de Moderne Tijd.

De Moderne Tijd 2019, nr. 3: Migratie en identiteit

De Moderne Tijd 3 (2019) 3: ‘Migratie en identiteit’

Anna RademakersJacobus Josephus Eeckhout. Wederwaardigheden van een Belgische schilder in Den Haag (1831-1844) 190-210

Abstract (EN)
Jacobus Josephus Eeckhout. A Belgian painter’s times in The Hague (1831-1844).In 1831, shortly after the outbreak of the Belgian Revolution, the Belgian painter Jacob Joseph Eeckhout moved from Brussels to The Hague. As a supporter of King Willem I, he no longer felt at ease in his homeland. Eeckhout remained in the Netherlands until 1843 and played an important role in the cultural life of The Hague. This article analyzes the The Hague episode in Eeckhout’s life in the light of the political developments of that time. To what extent did notions of nationality and national identity play a role in his artistic views and career?
Gertjan BroekEmigranten rond het Achterhuis van Anne Frank 211-226

Abstract (EN)
Migrants around Anne Frank’s Achterhuis.The story of Anne Frank, her family and her companions, hiding from persecution by the Nazi regime, is a well-known and – at a first glance – very Dutch one. The main divide between those in hiding and their helpers was that between being Jewish and being non-Jewish, which in those precarious times was of course the essential ‘divide’ imposed on the people of occupied Europe. But a closer look at the group of people around Anne seen from the perspective of migration and (national) identity produces different dividing lines and insights. Their life stories, converging in that one Amsterdam warehouse, reflect many aspects of early twentieth-century European history.
Caroline DrieënhuizenLeven(s) met objecten. De Europese elite van koloniaal Indonesië, haar verzamelingen en identificatie rond 1900 227-248

Abstract (EN)
Living with objects. The European elite of colonial Indonesia, its collections and identification around
1900.
Many upper-class migrants from, and to, Dutch colonial Indonesia – often travelling back and forth – collected objects. By analysing the practice of collecting and the meaning these people ascribed to those artefacts, I will provide insight into the way personal, and eventually even collective, identities were formed. The manner in which objects were collected and displayed not only reflected the self-image of their owners in colonial and Dutch society, but may also have been active influences in those processes of (self)identification. The collection of objects, and the meaning ascribed to them, reflected the unequal power relations within colonial society, and simultaneously, was possible a strategy for marginalised people (such as European women) to liberate themselves from social inequality.
Marguérite Corporaal en Tom Sintobin‘Gemeen Volk’. Zigeuners in Europese streekliteratuur 249-285

Abstract (EN)
‘Common People’. Gypsies in European regional fiction.Regional fiction is a genre in which the tension between local and national cultures tends to play an important role. This article explores the representation of a category of characters that seems to escape that binary opposition: gipsies. More specifically, it analyzes six case studies from regional literature produced in Ireland and the Low Countries to find out whether we can speak of a transnational trope. Although the representation of gipsies in the case studies are different in several respects, there are also striking similarities. The most important one is that the gipsies are not just mere outsiders posing a threat to the regional community. Rather, paradoxically, they constitute a model for that local community regarding the preservation and regeneration of its own cultural values.
Boekzaal der geleerde wereld 286-296

  • Eveline Koolhaas-Grosfeld en Marij Leenders, Tussen politiek en publiek. Politieke prenten uit een opstandige tijd 1880-1919. Schiedam: Scriptum, 2019. (Paul Reef)
  • Fleur de Beaufort en Patrick van Schie, De liberale strijd voor vrouwenkiesrecht. Amsterdam: Boom, 2019. Mineke Bosch, Strijd! De vrouwenkiesrechtbeweging in Nederland, 1882-1922. Hilversum: Verloren, 2019. (Ulla Jansz)
  • Martin P. Weiss, Showcasing science. A history of Teylers Museum in the nineteenth century. Amsterdam: Amsterdam University Press, 2019. (Lieske Tibbe)