De Negentiende Eeuw 18 (1994) 1: ‘François HaverSchmidt en zijn tijd’

De Negentiende Eeuw 14 (1990) 2-3: ‘Negentiende-eeuwse leescultuur’


J.J. Kloek en W.W. Mijnhardt, ‘Negentiende-eeuwse leescultuur’, 113-119.


Johanna Muis-van der Leun, ‘Debet- en creditzijde van een cultureel tijdschrift. Het uitgavebeheer van de Vaderlandsche Letteroefeningen’, 120-132.


Ank van Alten, ‘Het Utrechtse boekbedrijf rond 1800’, 133-146.


Arend Smilde, ‘Lezers bij Luchtmans’, 147-158.


Anja Smit, ‘Letter en lezer. De gotische letter in negentiende-eeuwse volkslectuur’, 159-170.


Han Brouwer, ‘Over omwegen, bestedingspatronen en perspectivistische bronnen’, 171-180.


Dick Jansen, ‘Uitgerekend op intekening. De kwantitatieve ontwikkeling van het leesgezelschap in Nederland, 1781-1850’, 181-188.


B.P.M. Dongelmans, ‘Over intekenaren, kopers en lezers: een zoektocht naar het Leesgezelschap te Nieuwenhuis’, 189-203.


Ad van der Neut, ‘Zeventig jaar lenen. De Utrechtse Nutsbibliotheek 1847-1917’, 204-216.


[Jan Jaap Heij] ‘Het “Musée Imaginaire” van de negentiende eeuw III’
John Sillevis, ‘J.Ph. Koelman, Portret van Johannes van Rossum, Rome 1852’, 217-219.


J.W. Oerlemans, ‘Een Musée Imaginaire?’, 220-222.

De Negentiende Eeuw 5 (1981) 2: ‘De Nederlandsche Taal- en Letterkundige Congressen’


A.W. Willemsen, ‘De Nederlandse Congressen en hun politieke achtergrond’, 60-71.


Hans Heestermans, ‘Het WNT en de Taal- en Letterkundige Congressen’, 72-85.


C. Tindemans, ‘“Tooneel” (drama en theater) op de Congressen’, 86-97.


K. de Clerck, ‘De Congressen en het onderwijs’, 98-103.


Ludo Simons, ‘De Congressen 1849-1869 en de belangen des boekhandels’, 104-114.


Lieske Tibbe, ‘Les XX en de Nederlandse schilderkunst (1883-1893)’, 115-147.