Call for papers themanummer zoos humains

Brief van impressario Schneidewindt aan de politiecommisaris van de Gentse Wereldtentoonstelling, 1913. Stadsarchief Gent.

Call for Papers

Themanummer zoos humains: voorbij het spektakel van de tentoongestelde mens, 1780-1940

Op 5 oktober 2023 lanceerde theatergroep Action Zoo Humain een reeks Waarheidscommissies in Nederland. Hiermee zet ze een reeks verder die in 2013 van start ging in België en daarbij de hedendaagse toeschouwer confronteert met een ongemakkelijke en nog altijd vrij onderbelichte koloniale praktijk: de ‘human zoo’ of ‘mensentuin’. In deze ‘zoo’ of ‘tuin’ stonden geen dieren, maar mensen te kijk. Het tentoonstellen van zogenaamde ‘exotische troepen’ van mannen, vrouwen en kinderen uit – voornamelijk – koloniale gebieden buiten Europa groeide in de laatste decennia van de negentiende eeuw uit tot een heuse spektakelindustrie. Deze mensonterende praktijk populariseerde het wetenschappelijke racisme dat ten dienste stond van de koloniale propaganda en bijdroeg aan een diep ingebakken racistische blik op de ‘Ander’.

Sinds de jaren 1990 groeit het onderzoek naar ‘ethnographic showcases’, ‘Völkerschauen’ en ‘troupes exotiques’. Het bereikt ook gestaag het grotere publiek via exposities in musea. Vooral de Franse onderzoeksgroep ACHAC, een collectief van academici, journalisten, schrijvers en archivarissen, is toonaangevend in het onderzoek naar de tentoongestelde mens en de vertaling hiervan naar het brede publiek.

Ook in België en Nederland is onderzoek naar de zoo humain opportuun, daar dit inzicht biedt in koloniale propagandamechanismen en hun tentakels die tot op vandaag doorwerken. Een analyse van de koloniale structuren en bijbehorende visuele cultuur kan bijdragen aan zowel de tracering van stereotiepe racistische denkkaders als de deconstructie hiervan. Hoewel de tentoongestelde mens in België en Nederland het onderwerp is van een groeiend aantal studies in het laatste decennium is er niettemin nog braakliggend terrein.

Zo behandelt het gros van de huidige studies casussen die gerelateerd zijn aan de wereldtentoonstellingen. Zeldzamer is echter het onderzoek naar mensententoonstellingen in de commerciële spektakelcultuur (panoptica, variététheaters, kermissen, dierentuinen). Ook wat de periodisering betreft domineren de laatste decennia van de negentiende eeuw wanneer de praktijk haar hoogconjunctuur kende. Niettemin is het ook interessant tentoonstellingen uit de aanloopperiode eerder in de (lange) negentiende eeuw en uit de twintigste eeuw te onderzoeken.

Voor dit themanummer beogen we bijdragen die hiaten dichten in de koloniale spektakelcultuur in de Lage Landen en die de bewustwording en deconstructie van het (post)koloniale verleden en heden vergroten. We zijn geïnteresseerd in analyses van specifieke vertoonde groepen tijdens tentoonstellingen of in spektakelzalen, in onderzoek naar de rol van verschillende actoren en hun netwerken in Nederland en België, alsook in bijdragen over transnationale verbanden, culturele representaties van vertoningen en wetenschapsgeschiedenis.

Abstracts van max. 300 woorden kunnen voor 15 december 2023 worden gestuurd naar parveen.kanhai@nationaalarchief.nl. De auteur wordt kort hierna gecontacteerd. Volledige bijdragen van 4000-6000 woorden max. worden ingediend voor peer-review voor 1 juli 2024.

Evelien Jonckheere, Universiteit Antwerpen

Parveen Kanhai, Nationaal Archief (Den Haag)

Miel Groten, Universiteit Leiden

CfP themanummer ‘Het Andere Parijs’

Call for Papers

Themanummer ‘Het Andere Parijs’ (1880-1940)

In het voorjaar van 2023 wil De Moderne Tijd een themanummer uitbrengen over Het Andere Parijs. Deze meerduidige (werk)titel houdt in dat we enerzijds zoeken naar artikelen over aspecten van Parijs waarover reizigers (en onderzoekers) nog niet veel hebben geschreven, en anderzijds naar artikelen over Parijse ervaringen van andere bezoekers dan de aristocratische of intellectuele reizigers over wie al redelijk veel bekend is. Het gaat ons hierbij om de periode 1880-1940.

Centraal hierbij is de term ‘beleving’ zoals deze is getheoretiseerd in het recent door Richard Sharpley samengestelde Routledge Handbook of the Tourist Experience (2022): de lichamelijke, affectieve, materiële ervaringen van de reiziger zowel voor, tijdens als na de trip. Van anticipatie tot herinnering, van een lichamelijke onderdompeling tot een afstandelijke semiotische activiteit (Culler 1980), van een spirituele ervaring tot louter hedonisme, van een risico tot een avontuur, van een nostalgische queeste naar authenticiteit tot het verlangen om op reis buiten de grenzen van de eigen klasse te treden: de toeristische ervaring is ‘essentially undefinable but also highly complex, multi-dimensional dynamic and individually defined’ (Sharpley 2022, 4).

Met dit themanummer willen we de beleving van echte én fictionele reizigers uit de Lage Landen beter in kaart brengen. Hoe beleefden reizigers van verschillende klasse-, professionele en familieachtergronden de openbare ruimte die de veelbezongen stad bood en hoe deden ze daar verslag van? Hoe kunnen we reisverslagen en reisgidsen, foto- en souvenirverzamelingen, brieven en dagboeken, of krantenrubrieken zoals “Nieuwtjes uit Parijs” onderzoeken om te achterhalen hoe de gewone Nederlandse burger de eeuwige lichtstad beleefde? Hoe gedroeg men zich daar, hoe kleedde men zich, wat at en dronk men er, wat verzamelde de gewone toerist or reiziger tijdens het bezoek aan de beroemde stad aan persoonlijke indrukken, ideeën en herinneringen? Zijn er wat deze vragen betreft veranderingen in de tijd (1880-1940) waar te nemen?

Reizigers vertrokken natuurlijk naar Parijs met bepaalde verwachtingen die mede-geïnformeerd waren door films, muziek, schilderijen en populaire cultuur. Hoe schipperden zij tussen literaire conventies over Parijs en de eigen reiservaringen; tussen scripts die voorschreven hoe je je moest gedragen in het verleidelijke, sensuele en artistieke Parijs en de eigen, down-to-earth ervaringen in de wereldstad? Wat kunnen we vinden over de verhalen over Parijs die zij voorafgaand aan, tijdens en na hun reis tot zich namen en lieten meespelen in hun beleving van de stad? Hoe ervoeren zij de plaatselijke infrastructuur (reisbureaus, kaarten, toeristische plekken), hoe wandelden zij mogelijk van de gebaande paden af, en hoe schreven zij over wat hun lichamen waarnamen? Werden zij bekeken, en hoe verschillend of gelijkaardig was hun tourist gaze van die van de reizigers van de klassieke Grand Tour?

Wij ontvangen graag uiterlijk 1 november 2022 je voorstel (200 – 250 woorden), inclusief inhoud en opzet. Vóór 15 november 2022 krijg je bericht van ons terug. Voorstellen kunnen worden gezonden aan: redactie@demodernetijd.nl.

  • De deadline voor het artikel (4000 – 5000 woorden) is 1 januari 2023.
  • Elke bijdrage wordt intern, door de redactie, beoordeeld, en daarnaast nog door één of twee externe (anonieme) beoordelaars. Plaatsing is dus niet gegarandeerd.
  • Beeldessays zijn ook welkom.
  • De bijdrage moet in principe in het Nederlands zijn; indien men in een andere taal wil schrijven, graag contact opnemen met ondergetekenden.
  • Voor auteursrichtlijnen, zie de website https://demodernetijd.nl/tijdschrift/.

Babs Boter, Vrije Universiteit Amsterdam
Tom Sintobin, Radboud Universiteit