Call for papers: Toekomst in de Lage Landen, 1780-1940

Jaarcongres De Moderne Tijd
Toekomst in de lage landen, 1780-1940
21 maart 2025
Locatie: Amsterdam (precieze locatie wordt later bekend gemaakt)

De huidige tijd lijkt doordrenkt te zijn met beelden van de toekomst. Wie de krant openslaat leest sombere analyses over de toekomst van het klimaat, de democratie en de rechtsstaat. In de boekhandels, bioscopen en op televisie bloeien sciencefiction en dystopische verhalen als nooit te voren, met de nieuwste Mad Max-film, heruitgaven van Frank Herberts Dune en de populaire serie The Handmaid’s Tale als beeldbepalende voorbeelden.

Ook in de negentiende en de eerste decennia van de twintigste eeuw stond ‘de Toekomst’ centraal in het leven en denken van veel tijdgenoten. Het was de periode waarin de gedachte postvatte dat de toekomst een te manipuleren object is. Opeenvolgende sociale en politieke bewegingen probeerden de toekomst naar hun hand te zetten en volgens de eigen idealen vorm te geven: de burgerlijke Atlantische revoluties en de opkomst van liberalisme en nationalisme in de late achttiende en de vroege negentiende eeuw, de utopische ‘kleine geloven’ van de late negentiende eeuw, en de extreem futuristische projecten van het fascisme en het leninisme. Nieuwe technologieën (stoommachine, radio, telefonie), en wetenschappelijke theorieën (evolutie, thermodynamica, economie) en modellen (het voorspellen van weer en markt) creëerden bij zowel intellectuelen en het grote publiek steeds grotere verwachtingen. Ze lieten ook hun sporen na in literatuur en kunst, waar onder meer de sciencefictionroman en later de sciencefictionfilm en het futurisme aan populariteit wonnen. Het is tevens de tijd waarin huidige ideeën over klimaat en klimaatverandering hun wortels hebben. Het ‘nu’ werd in deze periode al met al steeds kleiner, niet alleen ten koste van een geromantiseerd verleden, maar evenzeer van ideeën en verwachtingen van een maakbare, maar tegelijkertijd onbevattelijke toekomst.

In dit jaarcongres van Werkgroep de Moderne Tijd van 2025 willen we onderzoeken welke rol ‘de Toekomst’ speelde in de geschiedenis van Nederland en België, inclusief de koloniën in de periode 1780-1940. Hoe kreeg de toekomst vorm in politiek, cultuur, kunst, literatuur en wetenschap? Hierbij willen we niet alleen kijken naar de rol van avant-gardisten en andere artistieke, politieke en intellectuele voorlopers, maar ook expliciet de aandacht verleggen naar de betekenis van de toekomst bij het grotere publiek, als lezer, filmkijker, consument, maar ook als dagboekschrijver en ondernemer.

Mogelijke subthema’s

  • Toekomst in kunst, literatuur, muziek, theater en film
  • Levensbeschouwelijke en filosofische toekomstverwachtingen
  • Toekomstnoties in politieke en sociale bewegingen
  • Planning in bestuur en beleid
  • De rol van lotsbestemming in nationalisme, internationalisme en imperialisme
  • Voorspellingen/modellen in de geschiedenis van economie, meteorologie e.a. wetenschappen
  • Geschiedenis van utopieën en dystopieën / vooruitgang en verval
  • Geschiedenis van ecopessisme en eco-optimisme
  • Technologieën van de toekomst en de wereldtentoonstellingen
  • Toekomst en waarzeggerij als commercieel product / geschiedenis van marketing
  • Toekomst van/in de geschiedschrijving (geschiedenis van en voor het Antropoceen)

Papervoorstellen over deze en andere binnen het congresthema passende onderwerpen zijn welkom. Belangstellenden roepen we op een voorstel van max. 300 woorden en een (beknopte) biografische beschrijving van uzelf in te dienen voor 22 november 2024. Zo snel mogelijk daarna wordt uitsluitsel gegeven over de selectie. Abstracts kunnen worden gezonden aan Lotte Jensen (lotte.jensen@ru.nl).

22/3/2024 Water: beleving, beheer, beeldvorming in de lange negentiende eeuw

Congres Werkgroep De Moderne Tijd

Vrijdag 22 maart 2024, Amsterdam
Locatie: Doelenzaal Universiteitsbibliotheek (Singel 425)

De omgang met water is tegenwoordig een van de centrale maatschappelijke opgaven, of het nu gaat om zeespiegelstijging, grondwaterdaling of drinkwatertekorten. Een overschot of tekort zorgt voor problemen. Denk bijvoorbeeld aan de recente watersnood in het Limburgse en Waalse rivierengebied of aan de verdroging in de Amsterdamse Waterleidingduinen. Maar water is ook een belangrijke bron van inspiratie voor hedendaagse kunstenaars over de hele wereld.

Ook in de negentiende eeuw speelde water een cruciale rol in de snel veranderende samenleving. Koning Willem I besloot tot de Nieuwe Hollandse Waterlinie en zorgde als ‘Kanalenkoning’ voor grootschalige investeringen in de landelijke waterinfrastructuur. Tegelijkertijd was Jacob van Lennep overtuigd van het belang van schoon drinkwater voor consumptie en hygiëne van de moderne mens bij zijn inzet voor de Amsterdamse waterleiding. Ondertussen was zoet- of zoutwater ook een bron van wetenschappelijk onderzoek. Schepen voeren uit voor onderzoek op zee en langs de Noordzeekust van Nederland en België verschenen (verplaatsbare) onderzoekpaviljoens. De visserij professionaliseerde op zee en de grote rivieren, maar kampte in toenemende mate met internationale concurrentie en de effecten van overbevissing. Ten slotte trokken toeristen en kunstenaars op grote schaal naar de zonnige badcultuur aan de kust. Op regenachtige dagen droomden velen weg bij de onderwaterwereld in het aquarium, thuis of in Artis.

Water is een grillig en fascinerend fenomeen in de lange negentiende eeuw. De strijd tegen het water werd onderdeel van de Nederlandse nationale identiteit en beeldvorming. Het water bepaalde de vormgeving van het landschap of bleek een essentiële voorziening voor de stedelijke ontwikkeling. Hendrik Willem Mesdag hield van de woeste branding aan de kust, Jan Voerman van het dromerige rivierenlandschap, Gerrit Willem Dijsselhof van het schilderachtige aquarium, Joseph Coosemans van de contrasten tussen heide en moeras. Het congres van de Werkgroep de Moderne Tijd is in 2024 gewijd aan water: aan de beleving, het beheer en de beeldvorming in de periode 1780-1940. Wat waren de wateropgaven in deze lange negentiende eeuw? Hoe bepaalde het water de economie, de handel en het toerisme? Op welke manier was het een bron van inspiratie voor ingenieurs, wetenschappers of kunstenaars? Kortom, welke rol speelde het water in de cultuur en identiteit van de snel veranderende samenleving van de lage landen tijdens de lange negentiende eeuw? Aan de hand van deze vragen beoogt het congres stil te staan bij de veelzijdige culturele betekenis van water en de maatschappelijke, wetenschappelijke en artistieke vragen in de Lage landen.

Aanmelden kan tot woensdag 13 maart 2024 bij Marjet Brolsma (m.brolsma@uva.nl). Kosten: €25,-inclusief lunch, ter plekke contant te voldoen. Voor studenten en promovendi is er een gereduceerd tarief van €15,-.

Programma jaarcongres De Moderne Tijd 2024: “Water: beleving, beheer, beeldvorming in de lange negentiende eeuw”

09:30-10:00 Inloop
10:00-10:15 Welkom en inleiding door Lotte Jensen
10:15-11:00 Openingslezing
Wim Klinkert (UvA en Nederlandse Defensie Academie): ‘“Een nationaal verdedigingsmiddel”. Militaire inzet van water 1840-1940’
11:00-12:30 Sessie I: Samen met/tegen het water 

Nico Randeraad & Joris Roosen (UM/Sociaal Historisch Centrum voor Limburg): ‘Conflict en conflictbeheersing rond de Gemeenschappelijke Maas, 1780-1850’

Joep Schenk (UU): ‘Internationale riviersamenwerking na Napoleon: een mandaat van de markt, of onderdeel van een nieuwe Europese veiligheidscultuur?’

Francien van den Heuvel (OU): ‘Brabantse en Bossche bestuurders strijden voor waterveiligheid’

12:30-13:30 Lunchpauze
13:30-14:30 Sessie II: Waterproblematiek in de stad. Private leidingen en publiek debat

Matthijs Degraeve (VUB): ‘Werken met water. Het veranderende beroep van loodgieters in de negentiende eeuw’

Nathan Lauwers & Kim Descheemaeker (Liberas): ‘Het ontstaan van de Tussengemeentelijke Maatschappij der Vlaanderen voor Waterbedeling (TMVW) in 1923. Tegengestelde maatschappelijke belangen en disparate bevoegdheden’

14:30-15:00 Pauze
15:00-16.00 Sessie III: Beelden van water, mens, dier en macht
Maurits Ertsen (TU Delft): ‘Zwemmen tussen twee waters. Over water en macht in Nederland en Nederlands-Indië’

Tom Sintobin (RU): ‘Van vischduivel tot beschermde vissoort: de Europese meerval’

16:00-16:45 Slotlezing 
Robert Verhoogt (min. OCW): ‘De negentiende eeuw onder water. De verbeelding van de onderwaterwereld door kunst en wetenschap’

Call for Papers – Water: beleving, beheer, beeldvorming in de lange negentiende eeuw

Jaarcongres De Moderne Tijd
Vrijdag 22 maart 2024
Deadline voorstellen: 22 september 2023

De omgang met water is tegenwoordig een van de centrale maatschappelijke opgaven, of het nu gaat om zeespiegelstijging, grondwaterdaling of drinkwatertekorten. Een overschot of tekort zorgt voor problemen. Denk bijvoorbeeld aan de recente watersnood in het Limburgse en Waalse rivierengebied of aan de verdroging in de Amsterdamse waterleidingduinen. Maar water is ook een belangrijke bron van inspiratie voor hedendaagse kunstenaars over de hele wereld.

Ook in de negentiende eeuw speelde water een cruciale rol in de snel veranderende samenleving. Koning Willem I besloot tot de Nieuwe Hollandse Waterlinie en zorgde als ‘Kanalenkoning’ voor grootschalige investeringen in de landelijke waterinfrastructuur. Tegelijkertijd was Jacob van Lennep overtuigd van het belang van schoon drinkwater voor consumptie en hygiëne van de moderne mens bij zijn inzet voor de Amsterdamse waterleiding. Ondertussen was zoet- of zoutwater ook een bron van wetenschappelijk onderzoek. Schepen voeren uit voor onderzoek op zee en langs de Noordzeekust van Nederland en België verschenen (verplaatsbare) onderzoekpaviljoens. De visserij professionaliseerde op zee en de grote rivieren, maar kampte in toenemende mate met internationale concurrentie en de effecten van overbevissing. Ten slotte trokken toeristen en kunstenaars op grote schaal naar de zonnige badcultuur aan de kust. Op regenachtige dagen droomden velen weg bij de onderwaterwereld in het aquarium, thuis of in Artis.

Water is een grillig en fascinerend fenomeen in de lange negentiende eeuw. De strijd tegen het water werd onderdeel van de Nederlandse nationale identiteit en beeldvorming. Het water bepaalde de vormgeving van het landschap of bleek een essentiële voorziening voor de stedelijke ontwikkeling. Hendrik Willem Mesdag hield van de woeste branding aan de kust, Jan Voerman van het dromerige rivierenlandschap, Gerrit Willem Dijsselhof van het schilderachtige aquarium, Joseph Coosemans van de contrasten tussen heide en moeras. Het congres van de Werkgroep de Moderne Tijd is in 2024 gewijd aan water: aan de beleving, het beheer en de beeldvorming in de periode 1780-1940. Wat waren de wateropgaven in deze lange negentiende eeuw? Hoe bepaalde het water de economie, de handel en het toerisme? Op welke manier was het een bron van inspiratie voor ingenieurs, wetenschappers of kunstenaars? Kortom, welke rol speelde het water in de cultuur en identiteit van de snel veranderende samenleving van de lage landen tijdens de lange negentiende eeuw? Aan de hand van deze vragen beoogt het congres stil te staan bij de veelzijdige culturele betekenis van water en de maatschappelijke, wetenschappelijke en artistieke vragen in de Lage landen.

Mogelijke subthema’s

  • De verbeelding van water (literatuur, muziek, schilderkunst)
  • Vrijetijdsbeleving in en rondom water
  • De gevolgen van water voor de leefomgeving (economisch, sociaal)
  • Water en politiek
  • Water als knooppunt voor handel (economie, landbouw)
  • Tekort aan water (droogte, dorst en andere uitdagingen)
  • Water als impuls voor wetenschappelijke ontwikkelingen
  • Beleid, bestuur en recht rondom water

Papervoorstellen over deze en andere binnen het congresthema passende onderwerpen zijn welkom. Belangstellenden roepen we op een voorstel van max. 300 woorden en een (beknopte) biografische beschrijving van uzelf in te dienen voor 22 september 2023. Zo snel mogelijk daarna wordt uitsluitsel gegeven over de selectie. Abstracts kunnen worden gezonden aan Marjet Brolsma (m.brolsma@uva.nl).

Mededeling congres

Normaal gesproken vindt het jaarlijkse congres van de Werkgroep De Moderne Tijd altijd plaats in december. Dat zal dit jaar anders zijn: we hebben het jaarcongres gepland in het voorjaar, 22 maart 2024. Op die manier zijn onze activiteiten iets beter verspreid door het jaar heen en we merkten dat de decemberkalender bij veel mensen snel vol zit. Als het goed bevalt, zullen we het zo houden.

9/12/2022 Oorlog op afstand. De Lage Landen tussen neutraliteit en betrokkenheid

Oorlog op afstand. De Lage Landen tussen neutraliteit en betrokkenheid

Congres Werkgroep De Moderne Tijd

Vrijdag 9 december 2022, Amsterdam
Locatie: Doelenzaal Universiteitsbibliotheek (Singel 425)

De Russische inval in Oekraïne veroorzaakte begin dit jaar een schokgolf in Europa. Ook in Nederland en België riepen de beelden van gewonde burgers, gebombardeerde huizen en eindeloze rijen vluchtelingen ontzetting, angst en medeleven op. Wat volgde waren solidariteitsbetuigingen, liefdadigheidsacties, huizen opengesteld voor vluchtelingen. Een enkeling vertrok zelfs vrijwillig naar het front.

Ook in de negentiende eeuw en de eerste decennia van de twintigste eeuw waren er veel ‘oorlogen op afstand’ die Nederlanders en Belgen met grote belangstelling en betrokkenheid volgden: van de Griekse Onafhankelijkheidsoorlog (1821-1829) tot de Krimoorlog (1853-1856) en van de Franse-Duitse oorlog (1870-1871) tot de Spaanse Burgeroorlog (1936-1939). Formeel gebeurde dit vanaf de zijlijn. Sinds de onafhankelijkheid van België in 1839 voerden beide landen immers een strikte neutraliteitspolitiek. De gedachte dat de Lage Landen een missie hadden als onpartijdige vredesbemiddelaars en voorvechters van het internationaal recht werd zelfs bepalend voor hun nationale zelfbeeld. Dat er in de koloniën wél oorlogen werden gevoerd, deed overigens geen afbreuk aan deze gedachte – veel tijdgenoten beschouwden deze als ‘binnenlandse aangelegenheden’. Voor België kwam er een met de Eerste Wereldoorlog een abrupt einde aan de neutraliteit, voor Nederland duurde dit tot mei 1940.

Dat de regeringen van Nederland en België in de grote Europese conflicten geen partij kozen, betekende echter niet dat oorlogen op afstand de bevolking van beide landen onverschillig liet. Integendeel, dit congres laat zien hoe formele afzijdigheid gepaard kon gaan met een sterke publieke betrokkenheid. Op welke manieren werd door diverse groepen aan dit engagement vorm gegeven? Wat waren de beweegredenen van burgers om zich in te zetten voor humanitaire hulp? Hoe beïnvloedde ‘de oorlog van anderen’ het publiek debat en hoe werd het verbeeld in de populaire cultuur? Door op deze vragen een antwoord te geven beoogt het congres niet alleen de veelzijdigheid en veranderlijkheid van de publieke betrokkenheid bij ‘oorlogen op afstand’ in kaart te brengen, maar tevens inzicht te krijgen in de rekbaarheid van het neutraliteitsbegrip in de Lage Landen.

Aanmelden kan tot 30 november 2021 bij Marjet Brolsma (m.brolsma@uva.nl). Kosten: €25,-inclusief lunch, ter plekke contant te voldoen. Voor studenten en promovendi is er een gereduceerd tarief van €15,-.

Programma jaarcongres De Moderne Tijd 2022: “Oorlog op afstand. De Lage Landen tussen neutraliteit en betrokkenheid” 

09:30-10:00 Inloop met koffie en thee
10:00-10:15 Welkomstwoord Lotte Jensen (RU) en inleiding Marjet Brolsma (UvA)
10:15-11:00 Openingslezing

Paul Moeyes (HvA): ‘Oorlogsnieuws op afstand – en van dichterbij’

11:00-12:00 Sessie I: Economische belangen en religieuze solidariteit.

Rafaël Thiébaut (Musée du Quai Branly): ‘Tussen neutraliteit en handel: Kaap de Goede Hoop in de Zevenjarige Oorlog (1756-1763)’

Koen de Groot (UvA): ‘Veteraan van drie oorlogen. Ignace Wils als strijder voor Kerk en Koning’

12:00-13:00 Lunchpauze
13:00-14:30 Sessie II: De Groote Oorlog

Joan Hemels (UvA): ‘Een broeinest van alle journalistieke ondeugden. Een Hollandsch Nieuws-Bureau in Den Haag, 1915-1918’

Christophe Declercq (UU): ‘De opvang van Belgische vluchtelingen tijdens de Eerste Wereldoorlog in Nederland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk’

Caroline Roodenburg (Rijksmuseum): ‘Vluchtelingen in beeld. De reactie van Nederlandse kunstenaars op de Groote Oorlog, 1914-1918’

14:30-15:00 Pauze
15:00-16:30 Sessie III: Verwerking en verzoening

Ad van der Logt (ICLON): ‘Van krantenbericht tot anti-oorlogsroman’

Wouter Linmans (RUL): ‘”Bloedige ellende in felle waarachtigheid’- De verbeelding van de Eerste Wereldoorlog in Van het westelijk front geen nieuws’

László Marácz (UvA): ‘De Nederlandsche schermdiplomatie in Europa na de Eerste Wereldoorlog’

16:30-17:00 Slotdiscussie
17:00-18:00 Borrel

CfP – Oorlog op afstand: de Lage Landen tussen neutraliteit en betrokkenheid

Congres Werkgroep De Moderne Tijd
Amsterdam, vrijdag 9 december 2022
Deadline voorstellen: 1 juni 2022

Ary Scheffer, De overgeblevenen van het garnizoen van Mesolonghi op het moment dat de mijn waardoor ze zullen omkomen, aangestoken wordt (1826 – Dordrechts Museum)

De Russische inval in Oekraïne veroorzaakte begin dit jaar een schokgolf in Europa. Ook in Nederland en België riepen de beelden van gewonde burgers, gebombardeerde huizen en eindeloze rijen vluchtelingen ontzetting, angst en medeleven op. Wat volgde waren solidariteitsbetuigingen, liefdadigheidsacties, huizen opengesteld voor vluchtelingen. Een enkeling vertrok zelfs vrijwillig naar het front.

Ook in de negentiende eeuw en de eerste decennia van de twintigste eeuw waren er veel ‘oorlogen op afstand’ die Nederlanders en Belgen met grote belangstelling en betrokkenheid volgden: van de Griekse Onafhankelijkheidsoorlog (1821-1829) tot de Krimoorlog (1853-1856) en van de Frans-Duitse oorlog (1870-1871) tot de Spaanse Burgeroorlog (1936-1939). Formeel gebeurde dit vanaf de zijlijn. Sinds de onafhankelijkheid van België in 1839 voerden beide landen immers een strikte neutraliteitspolitiek. De gedachte dat de Lage Landen een missie hadden als onpartijdige vredesbemiddelaars en voorvechters van het internationaal recht werd zelf bepalend voor hun nationale zelfbeeld. Dat er in de koloniën wél oorlogen werden gevoerd, deed overigens geen afbreuk aan deze gedachte – veel tijdgenoten beschouwden als ‘binnenlandse aangelegenheden’. Voor België kwam er een met de Eerste Wereldoorlog een abrupt einde aan de neutraliteit, voor Nederland duurde dit tot mei 1940.

Dat de regeringen van Nederland en België in de grote Europese conflicten geen partij kozen, betekende echter niet dat oorlogen op afstand de bevolking van beide landen onverschillig lieten. Integendeel, dit congres laat zien hoe formele afzijdigheid gepaard kon gaan met een sterke publieke betrokkenheid. Op welke manieren werd door diverse groepen aan dit engagement vorm gegeven? Wat waren de beweegredenen van burgers om zich in te zetten voor humanitaire hulp? Hoe beïnvloedde ‘de oorlog van anderen’ het publiek debat en hoe werd het verbeeld in de populaire cultuur? Door op deze vragen een antwoord te geven beoogt het programma niet alleen de veelzijdigheid en veranderlijkheid van de publieke betrokkenheid bij ‘oorlogen op afstand’ in kaart te brengen, maar tevens inzicht te krijgen in de rekbaarheid van het neutraliteitsbegrip in de Lage Landen.

Subthema’s die in de bijdragen mogelijk aan bod kunnen komen zijn:

  • De verbeelding van de oorlog op afstand in kunst en literatuur
  • Humanitaire hulp en opvang van vluchtelingen (Rode Kruis, opvang van Belgische vluchtelingen tijden de Eerste Wereldoorlog, liefdadigheidsacties)
  • Nederlanders in buitenlandse krijgsdienst en oorlogsvrijwilligers (Zouaven, Internationale Brigades Spaanse Burgeroorlog)
  • ‘De oorlog van anderen’ in de pers (propaganda, oorlogscorrespondentie)
  • Het spanningsveld tussen publieke partijdigheid en politieke afzijdigheid (Transvaalnationalisme, internationale boycots)
  • Economische en militaire reacties op ‘oorlogen op afstand’ (rantsoenering, mobilisatie)
  • Engagement van pacifisten en antimilitaristen
  • De angst voor oorlog in de pers en populaire cultuur (toekomstscenario’s, radio, film, fotografie)
  • De impact van oorlog op afstand op nationale zelfbeelden

Papervoorstellen over deze en andere binnen het congresthema passende onderwerpen zijn welkom. Belangstellenden kunnen een voorstel van max. 300 woorden en een (beknopte) biografische beschrijving indienen tot en met 1 juni 2022. In de tweede helft van juni wordt uitsluitsel gegeven over de selectie. Abstracts kunnen worden gezonden aan: Marjet Brolsma (m.brolsma@uva.nl)

J.C. Wendel, Volksdemonstratie in Den Haag, 1848 (Rijksmuseum)

CfP Jaarcongres DMT: Diversiteit

Call for Papers

Eenheid in verscheidenheid. Diversiteit in de Lage Landen, 1780-1940

Jaarcongres Werkgroep De Moderne Tijd, 4 december 2020, Doelenzaal UBA, Amsterdam

Keynote: prof. dr. James Kennedy

Diversiteit is in korte tijd uitgegroeid tot hét thema van onze tijd. Discussies over inclusie en exclusie domineren het publieke debat en musea en historici lijken zich meer dan ooit bewust te zijn van de meerstemmigheid van het verleden. Reden genoeg voor werkgroep De Moderne Tijd om ook ons onderzoeksgebied eens door de lens van diversiteit bekijken. Hoe kwam meerstemmigheid in de lange negentiende eeuw tot uitdrukking? Was het streven naar eenheid en eenvormigheid in deze ‘eeuw van de natiestaat’ inderdaad overheersend of ging het proces van natievorming hand in hand met een toenemende aandacht voor veelzijdigheid?

Voor ons jaarcongres zoeken wij bijdragen die de spanning tussen eenheid en verscheidenheid in de lange negentiende eeuw op een originele wijze voor het voetlicht brengen. De aandacht kan daarbij in de eerste plaats uitgaan naar diegenen die zichzelf wel tot de natie rekenden, maar door anderen niet als zodanig gezien werden. Wie stelden in de periode 1780-1940 de eenvormigheid van de natie ter discussie? Welke strategieën pasten zij toe om door het dominante paradigma van eenheid heen te breken? En welke van deze strategieën had succes en welke niet?

Daarnaast zijn er vele voorbeelden waarbij de meerstemmigheid van de natie juist bewust werd opgezocht en benadrukt. De lange negentiende eeuw was immers ook een tijd waarin de belangstelling voor regionale cultuur en folklore een hoge vlucht nam, kunstenaars het platteland opnieuw ontdekten, en op wereldtentoonstellingen de culturele rijkdom van het koloniaal bezit werd getoond. Verscheidenheid was daarbij geen bedreiging voor het proces van natievorming, maar versterkte juist het beeld van de natiestaat – al klonken er ook toen al stemmen tegen dergelijke vormen van toe-eigening.

Enkele voorbeelden van mogelijke vragen en onderwerpen zijn:

  • Hoe verhield de emancipatie van katholieken, vrouwen, arbeiders en migranten zich tot het proces tot het proces van natievorming?
  • Welk effect had de afschaffing van de slavernij op de positie van voorheen tot slaaf gemaakten? Was er sprake van emancipatie (als dan niet in vereniging), integratie of blijvende onzichtbaarheid?
  • Hoe zagen de pleitbezorgers voor regionale cultuur rond 1880 de samenhang met het tegelijkertijd opkomende nationalisme?
  • Hoe kwam de spanning tussen eenheid en verscheidenheid tot uitdrukking in bijvoorbeeld romans, schoolboeken, tentoonstellingen of de bouwkunst?
  • Hoe probeerden koloniale emancipatiebewegingen de aandacht op te eisen? Binnen of buiten het nationale kader? Welke strategie leidde tot het beoogde succes?

Abstracts van ca 200 woorden met een korte biografie kunnen voor 1 juni worden gestuurd naar ons bestuurslid Anne Petterson: a.petterson@let.ru.nl Inzenders krijgen voor 1 augustus bericht.

(Afbeelding: J.C. Wendel, Volksdemonstratie in Den Haag, 1848. Rijksmuseum Amsterdam.)

Pieter Gerardus van Os, De buskruitramp te Leiden, 12 januari 1807, ca. 1807. Rijksmuseum, RP-T-00-2059.

20/12 Congres DMT: Rampzalig Nederland

Rampzalig Nederland. De omgang met rampen in Nederland en Vlaanderen, 1780-1940

Vrijdag 20 december 2019
Universiteitsbibliotheek (Singel 425), Doelenzaal, Amsterdam

In de periode 1780-1940 deden zich in Nederland en Vlaanderen tal van rampen voor die een ontwrichtende invloed hadden op de samenleving. Denk bijvoorbeeld aan de Leidse buskruitramp van 1807 en de grootschalige rivieroverstromingen van 1809, 1820, 1855 en 1861. Ook in de koloniën waren rampen als vulkaanuitbarstingen en watersnoden terugkerende fenomenen. Door de opwarming van de aarde en de toenemende dreiging van klimaatrampen heeft het historisch onderzoek naar rampen en rampverwerking een hoge vlucht genomen. Het besef is doorgedrongen dat rampen een grote en vaak blijvende invloed hebben gehad op de ontwikkeling van lokale en nationale gemeenschappen.

De interdisciplinaire werkgroep De Moderne Tijd (voorheen De Negentiende Eeuw) organiseert op vrijdag 20 december 2019 het jaarcongres ‘Rampzalig Nederland. De omgang met rampen in Nederland en Vlaanderen, 1780-1940’. Een diverse groep sprekers zal haar licht laten schijnen over verschillende aspecten van de omgang met rampen in de moderne tijd. Hoe werden rampen gerepresenteerd in culturele media, zoals literatuur, gedenkboeken, kranten, schilderijen, prenten en kaarten? Hoe kwamen solidariteit en liefdadigheid tot uiting? Wanneer was er bij een rampspoedige gebeurtenis sprake van een ‘nationale ramp’? Welke invloed was er op geloof in God en goddelijke voorzienigheid?

Aanmelden

Aanmelden kan tot 10 december 2019 bij Marjet Brolsma (M.Brolsma@uva.nl). Kosten: €25,-, inclusief lunch, ter plekke te voldoen. Voor studenten en promovendi is er een gereduceerd tarief van €15,-.

Programma

09:30-10:00 Inloop met koffie en thee
10:00-10:15 Inleiding door dagvoorzitter Lotte Jensen (RU)
10:15-11:30 Sessie I: Hulpverlening en gemeenschapsvorming

Erica Boersma (UL)
‘Solidariteit met verre vreemden: hulpverlening bij stads- en dorpsrampen in de achttiende-eeuwse Republiek’

Alicia Schrikker (UL) en Sander Tetteroo (UL en Universitas Gadjah Mada, Yogyakarta)
‘De politiek culturele beleving van natuurrampen in koloniaal Indonesië, ca. 1840-1940’

Ruben Ros (UU)
‘Van naderend onheil naar actuele crisis: een digitale begripsgeschiedenis van de nationale ramp (1750-1850)’

11:30-12:00 Intermezzo: Objecten van herinnering

Arti Ponsen
‘Relieken van de Leidse Buskruitramp (1807)’

Bram Vannieuwenhuyze (UvA)
‘Traumakaarten en/of getraumatiseerde cartografen?’

12:00-13:00 Lunchpauze
13:00-14:15 Sessie II: Beeldvorming

Marita Mathijsen (UvA)
‘Ten voordeele van…’. Liefdadigheidsuitgaven in de negentiende eeuw.

Fons Meijer (RU)
‘Vorst in het vizier. Beeldvorming rond Oranjemonarchen na rampen, 1815-1948’

Ron Brand (Maritiem Museum Rotterdam)
‘Empathie of sensatiezucht? De scheepsramp van de ‘Berlin’ in 1907 en de nasleep ervan’

14:15-14:30 Muzikaal intermezzo
Lotte Jensen (RU)
Het Watersnood-Wilhelmus
14:30-15:00 Pauze
15:00-16:00 Sessie III: Grensoverschrijdende rampen

Rick Honings (UL) en Judith Bosnak (Goethe Universiteit, Frankfurt)
‘De uitbarsting van de Krakatau (1883). De letterkundige verwerking in Nederland en Indonesië’

Antoon Kuijpers (Geological Survey of Denmark and Greenland, Kopenhagen) en Hans Beelen (Carl von Ossietzky Universität, Oldenburg)
‘Door het ijs bezet. Onfortuinlijke reizen ter walvisvaart in de achttiende en negentiende eeuw: oorzaken en literaire verwerking’

16:00-16:30 Slotlezing

Jan Wim Buisman (UL)
‘Onweer. Van straf Gods tot verheven schouwspel’

16:30-17:00 Slotdiscussie
17:00-18:00 Borrel
Migratie en identiteit

Jaarcongres De Moderne Tijd 2018

Migratie en identiteit

Amsterdam, vrijdag 14 december 2018
Universiteitsbibliotheek (Singel 425), Doelenzaal

Migratie is een van de meest besproken thema’s op dit moment. Door velen in het publieke debat wordt de migratiesamenleving gezien als een nieuw fenomeen en een breuk met de voorgaande eeuwen. Tegelijkertijd wordt het beeld van Nederland als een van oudsher gastvrij land nog steeds gehuldigd.

De interdisciplinaire werkgroep De Moderne Tijd (voorheen De Negentiende Eeuw) organiseert op 14 december 2018 het jaarcongres Migratie en identiteit. In dit congres onderzoeken we de betekenis van migratie voor de negentiende en vroege twintigste eeuw. Veel historisch onderzoek naar migratie wordt gedaan door sociale en economische historici. De aandacht gaat hierbij meestal uit naar structurele processen en veranderingen. Op dit congres staat juist de culturele dimensie en de relatie tussen migratie en identiteitsvorming in de moderne tijd (ca. 1780-1940) centraal.

Een divers gezelschap van sprekers zal ingaan op de ervaringen van de migranten zelf, maar ook van de samenleving die de migranten ontvangt of juist ziet vertrekken. Was migratie evenzeer bepalend voor identiteitsvorming als tegenwoordig of zijn de verhalen van en over migranten juist heel anders dan nu?

Programma

10:10-10:15
Welkom voorzitter
10:15-10:45
‘Immigratie, integratie en identiteit in Nederland: ups en downs c. 1780-1940’

Jan Lucassen
11:45-11:00
Koffie
11:00-11:30
‘Migratie, belonging en beleid in de Zuidelijke Nederlanden: België, c. 1780-1914’

Anne Winter
11:30-12:00
‘Duitse gastvrijheid in Leiden. Werk, leven en integratie van twee Duits-Lutherse herbergiersfamilies in het Heerenlogement aan de Burcht (c. 1750-1820)’

Vincent van Zuilen
12:00-13:00
Lunchpauze
13:00-13:30
‘J.J. Eeckhout, een Belgische schilder in Den Haag (1831-1844)’

Anna Rademakers
13:30-14:00
‘Trans-Atlantisch verbonden. Communicatie via prentbriefkaarten tussen landverhuizers in Amerika en achterblijvers in Europa, c. 1900-1940’

Marie-Charlotte Le Bailly
14:00-14:30
Koffie en thee
14:30-15:00
‘Duitse vluchtelingen in Nederland. Wijzigingen in het beleid van de Nederlandse regering in de periode 1914 tot 1951’

Angela Boone
15:00-15:30
‘Migranten rond het Achterhuis van Anne Frank’

Gertjan Broek
15:30-16:00
‘Fenix: de plek waar landverhuizers een gezicht krijgen’

Wim Pijbes
16:00-17:00
Slotconversatie
17:00-18:00
Borrel

Aanmelden

Kosten voor de dag: €25 (studenten en promovendi €15) inclusief lunch. Let op: ter plekke gepast contant te betalen. Opgeven s.v.p. vóór 7 december 2018 bij de secretaris van de werkgroep Marjet Brolsma: M.Brolsma@uva.nl.

Congres 2017: Mens en dier

Jaarcongres De Moderne Tijd 2017

Mens en dier. De omgang met dieren in de Lage Landen (1780-1940)

Amsterdam, vrijdag 15 december 2017
Universiteitsbibliotheek (Singel 425), Doelenzaal

Dieren vormden een bron van vermaak, van verwondering en materiaal voor de wetenschap. In dierentuinen betrof het vooral exotische dieren, maar de dagelijkse omgang met huisdieren en vee is niet minder interessant. Wanneer veranderde de waak- en jachthond in een trouwe viervoeter en blinde geleidehond, de muizenjagende kat in een knuffeldier?

In 1877 werd de Nederlandse Vereniging tot bescherming van dieren opgericht. Vanaf toen kregen sommige bedreigde dieren wettelijk een beschermde status. Bestaat er een relatie tussen de dierenbescherming en dierecologie en de in diezelfde tijd opkomende natuurbescherming? Wat was het beeld van uitgestorven dieren? Op welke wijze zijn dieren verbeeld in de beeldende kunst en literatuur in de moderne tijd?

Op het jaarcongres van De Moderne Tijd op 15 december zal een divers gezelschap van sprekers zal ingaan op de interessante relaties tussen mens en dier in de moderne tijd.

Programma

09:30-10:00
Inloop en koffie
10:00-10:15
Opening door dagvoorzitter

Jenny Reynaerts (Rijksmuseum)
10:15-10:45
‘Vreemdsoortig en inheems”. Over de veranderende culturele posities van dieren en mensen, 1838-1940’

Erik de Jong (UvA)
10:45-11:15
‘Iguanodons, Diplodocussen en de politieke boemerang van de culturele diplomatie, 1878-1913’

Ilja Nieuwland (Huygens ING)
11:15-11:40
Koffie
11:40-12:10
‘De hond in de monarchale representatie van de Duitse keizer voor en na 1918’

Irena Kozmonová (Potsdam)
12:10-12:40
‘Het doden van dieren’

Peter Koolmees (UU)
12:40-13:30
Lunchpauze
13:30-13:45
Intermezzo: ‘De schilder, de koning en de leeuw’

(Ivo Blom)
13:45-14:15
‘Dierenportretten en de opkomende middenklasse’

Harry Kraaij (UvA)
14:15-14:45
‘Transnationale blinde geleidehonden in Nederland en Zuid-Afrika’

Monika Baar (Leiden)
14:45-15:15
‘De kat in de negentiende eeuw’

Hanneke Ronnes (UvA)
15:15-15:30
Pauze
15:30-16:00
‘Beter tien vogels in de lucht dan een in de hand. Veranderende motieven en praktijken bij vroege vogelbeschermers, 1890-1910’

Leen Dresen (Radboud)
16:00-16:30
‘“De vis wordt duur betaald.” De representatie van dieren en het vegetarisme in het werk van Herman Heijermans en zijn tijdgenoten’

Lucie Sedláckova (Praag)
16:30-17:15
Slotdiscussie
17:15-18:30
Borrel

Aanmelden

Kosten voor de dag: €25 (studenten en promovendi €15) inclusief lunch, ter plekke contant te betalen.
Opgeven s.v.p. vóór 6 december 2015 bij de secretaris van de werkgroep M.M.Lok@uva.nl.