De Negentiende Eeuw 14 (1990) 1:
‘Kunst en kunstenaar in de negentiende eeuw’


W. van den Berg en Evert van Uitert ‘Symposium Kunst en kunstenaar in de negentiende eeuw (1989)’, 1-5.


Annemieke Hoogenboom, ‘De status van de beeldende kunstenaar en de oprichting van de Maatschappij ‘Arti et Amicitiae’, 6-23.


Saskia de Bodt, ‘Pulchri Studio. Het imago van een kunstenaarsvereniging in de negentiende eeuw’, 24-42.


Boudien de Vries, ‘De kunstlievende leden van Arti et Amicitiae en Pulchri Studio, 1850-1914’, 43-57.


Nop Maas, ‘Kunstenaarsleed. Verhalen over kunstenaars in de Nederlandse letterkunde van plusminus 1860-1885’, 58-75.


Lut Pil, ‘Kunstenaarsverenigingen en de beeldvorming van kunstenaar en landschap in de Belgische landschapslithografie’, 76-94.


Ton van Kalmthout, ‘Tempels aan de muzen gewijd. Multidisciplinaire kunstkringen in Nederland tussen 1880 en 1914’, 95-110.

De Negentiende Eeuw 4 (1980) 4: ‘De ontstaansgeschiedenis van het Rijksmuseum’


P.J.J. van Thiel, ‘De inrichting van de Nationale Konst-Gallery in 1800’, 138-157.


Fons Asselbergs, ‘”Het morgenrood eener wedergeboorte”: P.J.H. Cuypers, architect (1827-1921)’, 158-170.


Nop Maas, ‘Carel Vosmaer en het Rijksmuseum’, 171-206.


Jochen Becker: ‘”Ons Rijksmuseum wordt een tempel”: opmerkingen over het decoratieve programma van het Rijksmuseum’, 207-234.


Lydia Lansink, ‘De geschiedenis van het Museumplein’, 235-272.