Auteur: demodernetijd

De Negentiende Eeuw 16 (1992) 4: ‘Rederijkers op een rij’

W. van den Berg en Anita de BruinNegentiende-eeuwse rederijkerskamers, een inventarisatie 163-184

Rogier SchravendeelDe Amsterdamsche rederijkerskamer Achilles (1846-1861) 185-197

Anita de BruijnVan reciteren naar amuseren. De ontwikkeling van Borger 1854-1886 198-205

W. van den BergOp weg naar welsprekendheid. Een beredeneerd overzicht van negentiende-eeuwse geschriften rond de (uiterlijke) welsprekendheid 206-224

De Negentiende Eeuw 16 (1992) 3

Hans FurstnerPierre Louis Dubourcq, kunstenaar en bestuurder 105-130

W.A. Sinninghe Damsté en M. van de VrugtDe invloed van de adel op de Eerste Kamer der Staten-Generaal in de periode 1815-1830 131-151

D. KraaijpoelHet “Musée Imaginaire” van de negentiende eeuw IX[Thérèse Schwartze, Drie Burgerweesmeisjes, 1885] 152-155

De Negentiende Eeuw 16 (1992) 2

J. van MiertNationalisme in de lokale politieke cultuur, Tiel 1850-1900 59-85

Annemieke HoogenboomHet “Musée Imaginaire” van de negentiende eeuw VIIIDe Minnebrief 86-88

Literatuuroverzicht najaar-eind 1991 89-102

De Negentiende Eeuw 16 (1992) 1: ‘De uitvinding van de negentiende eeuw’

G.J. HooykaasSymposium 1991 1-3

N.C.F. van SasDe mythe Nederland 4-24

• Weerwoord op ‘De mythe Nederland’ (J.Th.M. Bank)

Wim van den BergDe uitvinding van de negentiende eeuw. Beeldvorming rond de letterkunde 25-36

Marita MathijsenTachtig als oogklep 37-40

Evert van UitertHet oog wil ook wat. Over het beeld van de negentiende-eeuwse schilderkunst 41-53

Ronald de Leeuw‘Vreemde ogen dwingen’ 54-56

De Negentiende Eeuw 15 (1991) 4

Lisa Kuitert, ‘De second-hand handel. Een doorbraak op het gebied van goedkope literatuur’, 185-202.

Willem Otterspeer, ‘Boeren en academici. De Leidse universiteit en het enthousiasme voor de Zuidafrikaanse Boeren rond de eeuwwisseling’, 203-221.

Evert van Uitert, ‘Het “Musée Imaginaire” van de negentiende eeuw – VII’, 222-223.

Literatuuroverzicht najaar 1990 – najaar 1991, 224-231.

De Negentiende Eeuw 15 (1991) 3

Jos. M.W.C. Schatorjé, ‘Martinus Kuytenbrouwer (1777-1850), een verdienstelijk dilettant uit Venlo’, 137-162.

L.M. Koenraad, ‘Toepassingsmogelijkheden van negentiende-eeuwse archieven van het provinciaal bestuur’, 163-177.

Ernst van de Wetering, ‘Het “Musée Imaginaire” van de negentiende eeuw – VI’, 178-180.

De Negentiende Eeuw 15 (1991) 2:
‘Actualiteit in het verleden. Negentiende-eeuwse journalistiek’

W. van den Berg en G.J. Hooykaas, Symposium 1990&nbsp, 49-52.

Joan Hemels, ‘De pers als “een der groote machten” ofwel het late gelijk van dr. Abraham Kuyper’, 53-69.

Otto S. Lankhorst, ‘7400 Titels in twee banden: hoe voorlopig is de Centrale Catalogus van Dagbladen afgerond?’, 70-80.

R. Van Eenoo, ‘Het pershistorisch onderzoek in België betreffende de negentiende eeuw (1980-1990)’, 81-88.

Korrie Korevaart, ‘Krant en literatuur. De fysiologie in het dagblad’, 89-107.

Annemiek Ouwerkerk, ‘Kunst in de krant’, 108-124.

G.J. Hooykaas, ‘De politisering van de Nederlandse pers’, 125-136.

De Negentiende Eeuw 15 (1991) 1

Bernadette C.M. van Hellenberg Hubar, ‘Van Melencolia I tot creatieve weemoed: de personificatie van het beeld Bezieling in de topgevel van het Rijksmuseum’, 1-33.

Ronald de Leeuw, ‘Het “Musée Imaginaire” van de negentiende eeuw – V’, 34-36.

L.G. Saalmink, ‘Uit de werkplaats van het project Brinkman 1801-1832 II’, 37-47.

De Negentiende Eeuw 14 (1990) 4

W. van den Berg, ‘De neus van de herinnering’, 225-248.

[Jan Jaap Heij] ‘Het “Musée Imaginaire” van de negentiende eeuw IV’
Saskia de Bodt, ‘M.A. Kuytenbrouwer, Het ondergaan der zon in de bergpassen bij Fontainebleau (Gorges d’Apremont)&nbsp’, 249-252.

Literatuuroverzicht najaar 1989 – najaar 1990, 253-267.

De Negentiende Eeuw 14 (1990) 2-3: ‘Negentiende-eeuwse leescultuur’

J.J. Kloek en W.W. Mijnhardt, ‘Negentiende-eeuwse leescultuur’, 113-119.

Johanna Muis-van der Leun, ‘Debet- en creditzijde van een cultureel tijdschrift. Het uitgavebeheer van de Vaderlandsche Letteroefeningen’, 120-132.

Ank van Alten, ‘Het Utrechtse boekbedrijf rond 1800’, 133-146.

Arend Smilde, ‘Lezers bij Luchtmans’, 147-158.

Anja Smit, ‘Letter en lezer. De gotische letter in negentiende-eeuwse volkslectuur’, 159-170.

Han Brouwer, ‘Over omwegen, bestedingspatronen en perspectivistische bronnen’, 171-180.

Dick Jansen, ‘Uitgerekend op intekening. De kwantitatieve ontwikkeling van het leesgezelschap in Nederland, 1781-1850’, 181-188.

B.P.M. Dongelmans, ‘Over intekenaren, kopers en lezers: een zoektocht naar het Leesgezelschap te Nieuwenhuis’, 189-203.

Ad van der Neut, ‘Zeventig jaar lenen. De Utrechtse Nutsbibliotheek 1847-1917’, 204-216.

[Jan Jaap Heij] ‘Het “Musée Imaginaire” van de negentiende eeuw III’
John Sillevis, ‘J.Ph. Koelman, Portret van Johannes van Rossum, Rome 1852’, 217-219.

J.W. Oerlemans, ‘Een Musée Imaginaire?’, 220-222.