CfP themanummer ‘Het Andere Parijs’

Call for Papers

Themanummer ‘Het Andere Parijs’ (1880-1940)

In het voorjaar van 2023 wil De Moderne Tijd een themanummer uitbrengen over Het Andere Parijs. Deze meerduidige (werk)titel houdt in dat we enerzijds zoeken naar artikelen over aspecten van Parijs waarover reizigers (en onderzoekers) nog niet veel hebben geschreven, en anderzijds naar artikelen over Parijse ervaringen van andere bezoekers dan de aristocratische of intellectuele reizigers over wie al redelijk veel bekend is. Het gaat ons hierbij om de periode 1880-1940.

Centraal hierbij is de term ‘beleving’ zoals deze is getheoretiseerd in het recent door Richard Sharpley samengestelde Routledge Handbook of the Tourist Experience (2022): de lichamelijke, affectieve, materiële ervaringen van de reiziger zowel voor, tijdens als na de trip. Van anticipatie tot herinnering, van een lichamelijke onderdompeling tot een afstandelijke semiotische activiteit (Culler 1980), van een spirituele ervaring tot louter hedonisme, van een risico tot een avontuur, van een nostalgische queeste naar authenticiteit tot het verlangen om op reis buiten de grenzen van de eigen klasse te treden: de toeristische ervaring is ‘essentially undefinable but also highly complex, multi-dimensional dynamic and individually defined’ (Sharpley 2022, 4).

Met dit themanummer willen we de beleving van echte én fictionele reizigers uit de Lage Landen beter in kaart brengen. Hoe beleefden reizigers van verschillende klasse-, professionele en familieachtergronden de openbare ruimte die de veelbezongen stad bood en hoe deden ze daar verslag van? Hoe kunnen we reisverslagen en reisgidsen, foto- en souvenirverzamelingen, brieven en dagboeken, of krantenrubrieken zoals “Nieuwtjes uit Parijs” onderzoeken om te achterhalen hoe de gewone Nederlandse burger de eeuwige lichtstad beleefde? Hoe gedroeg men zich daar, hoe kleedde men zich, wat at en dronk men er, wat verzamelde de gewone toerist or reiziger tijdens het bezoek aan de beroemde stad aan persoonlijke indrukken, ideeën en herinneringen? Zijn er wat deze vragen betreft veranderingen in de tijd (1880-1940) waar te nemen?

Reizigers vertrokken natuurlijk naar Parijs met bepaalde verwachtingen die mede-geïnformeerd waren door films, muziek, schilderijen en populaire cultuur. Hoe schipperden zij tussen literaire conventies over Parijs en de eigen reiservaringen; tussen scripts die voorschreven hoe je je moest gedragen in het verleidelijke, sensuele en artistieke Parijs en de eigen, down-to-earth ervaringen in de wereldstad? Wat kunnen we vinden over de verhalen over Parijs die zij voorafgaand aan, tijdens en na hun reis tot zich namen en lieten meespelen in hun beleving van de stad? Hoe ervoeren zij de plaatselijke infrastructuur (reisbureaus, kaarten, toeristische plekken), hoe wandelden zij mogelijk van de gebaande paden af, en hoe schreven zij over wat hun lichamen waarnamen? Werden zij bekeken, en hoe verschillend of gelijkaardig was hun tourist gaze van die van de reizigers van de klassieke Grand Tour?

Wij ontvangen graag uiterlijk 1 november 2022 je voorstel (200 – 250 woorden), inclusief inhoud en opzet. Vóór 15 november 2022 krijg je bericht van ons terug. Voorstellen kunnen worden gezonden aan: redactie@demodernetijd.nl.

  • De deadline voor het artikel (4000 – 5000 woorden) is 1 januari 2023.
  • Elke bijdrage wordt intern, door de redactie, beoordeeld, en daarnaast nog door één of twee externe (anonieme) beoordelaars. Plaatsing is dus niet gegarandeerd.
  • Beeldessays zijn ook welkom.
  • De bijdrage moet in principe in het Nederlands zijn; indien men in een andere taal wil schrijven, graag contact opnemen met ondergetekenden.
  • Voor auteursrichtlijnen, zie de website https://demodernetijd.nl/tijdschrift/.

Babs Boter, Vrije Universiteit Amsterdam
Tom Sintobin, Radboud Universiteit

Doof, Blind, Kreupel, Krank: themadossier Jaarboek De Achttiende Eeuw 2023

Themadossier Jaarboek De Achttiende Eeuw
Deadline voorstellen: 1 augustus 2022

Met het themadossier ‘Doof, Blind, Kreupel, Krank’ wil het Jaarboek De Achttiende Eeuw in 2023 aandacht geven aan achttiende-eeuwers met een beperking. In de achttiende eeuw veranderde de beeldvorming over beperkingen en mensen met een beperking immers aanzienlijk. Enerzijds namen filosofen doofheid en blindheid als uitgangspunt voor intellectuele overdenkingen over kennis en taal, specialiseerden medici zich in aangeboren afwijkingen en schreven auteurs over de geestelijke en morele waardigheid van personages met een beperking. Anderzijds geeft de toenemende populariteit van (auto)biografieën inzicht in de ervaringen en opvattingen van mensen zelf. Sommigen leden een openbaar leven, vertelden hun verhaal en zochten gerechtigheid voor henzelf en anderen die door armoede of sociale status werden gemarginaliseerd.

We nodigen auteurs uit bijdragen te leveren die ingaan op de achttiende-eeuwse lichamelijke of zintuiglijke beperkingen vanuit historisch, literair, artistiek of filosofisch perspectief. Mogelijke onderwerpen zijn atypische lichamen, mobiliteitsbeperking, chronische pijn en ziekte, blindheid, doofheid, taal- en leermoeilijkheden en verstandelijke beperking. Hoe werden dergelijke beperkingen beleefd, bekeken en beoordeeld door achttiende-eeuwers? In welke mate en waarom werden ze herzien en verbeeld in wetenschappelijke teksten, brieven, romans, juridische documenten en visuele cultuur? Teksten dienen de lange achttiende eeuw te behandelen (1670–1830), maar er is geen geografische beperking. Stuur dus uw bijdrage in en help mee om nieuw licht te werpen op disability in de achttiende eeuw!

Geïnteresseerden kunnen tot 1 augustus 2022 een kort abstract (max. 300 woorden) insturen naar ruben.e.verwaal@durham.ac.uk en jaarboek@18e-eeuw.nl. Voordien informeel aftoetsen wordt aangemoedigd. Van de geselecteerde voorstellen worden de volledige artikelen van maximaal 6.000 woorden verwacht tegen 1 februari 2023. De artikelen worden aan redactionele peer review onderworpen.

CfP – Oorlog op afstand: de Lage Landen tussen neutraliteit en betrokkenheid

Congres Werkgroep De Moderne Tijd
Amsterdam, vrijdag 9 december 2022
Deadline voorstellen: 1 juni 2022

Ary Scheffer, De overgeblevenen van het garnizoen van Mesolonghi op het moment dat de mijn waardoor ze zullen omkomen, aangestoken wordt (1826 – Dordrechts Museum)

De Russische inval in Oekraïne veroorzaakte begin dit jaar een schokgolf in Europa. Ook in Nederland en België riepen de beelden van gewonde burgers, gebombardeerde huizen en eindeloze rijen vluchtelingen ontzetting, angst en medeleven op. Wat volgde waren solidariteitsbetuigingen, liefdadigheidsacties, huizen opengesteld voor vluchtelingen. Een enkeling vertrok zelfs vrijwillig naar het front.

Ook in de negentiende eeuw en de eerste decennia van de twintigste eeuw waren er veel ‘oorlogen op afstand’ die Nederlanders en Belgen met grote belangstelling en betrokkenheid volgden: van de Griekse Onafhankelijkheidsoorlog (1821-1829) tot de Krimoorlog (1853-1856) en van de Frans-Duitse oorlog (1870-1871) tot de Spaanse Burgeroorlog (1936-1939). Formeel gebeurde dit vanaf de zijlijn. Sinds de onafhankelijkheid van België in 1839 voerden beide landen immers een strikte neutraliteitspolitiek. De gedachte dat de Lage Landen een missie hadden als onpartijdige vredesbemiddelaars en voorvechters van het internationaal recht werd zelf bepalend voor hun nationale zelfbeeld. Dat er in de koloniën wél oorlogen werden gevoerd, deed overigens geen afbreuk aan deze gedachte – veel tijdgenoten beschouwden als ‘binnenlandse aangelegenheden’. Voor België kwam er een met de Eerste Wereldoorlog een abrupt einde aan de neutraliteit, voor Nederland duurde dit tot mei 1940.

Dat de regeringen van Nederland en België in de grote Europese conflicten geen partij kozen, betekende echter niet dat oorlogen op afstand de bevolking van beide landen onverschillig lieten. Integendeel, dit congres laat zien hoe formele afzijdigheid gepaard kon gaan met een sterke publieke betrokkenheid. Op welke manieren werd door diverse groepen aan dit engagement vorm gegeven? Wat waren de beweegredenen van burgers om zich in te zetten voor humanitaire hulp? Hoe beïnvloedde ‘de oorlog van anderen’ het publiek debat en hoe werd het verbeeld in de populaire cultuur? Door op deze vragen een antwoord te geven beoogt het programma niet alleen de veelzijdigheid en veranderlijkheid van de publieke betrokkenheid bij ‘oorlogen op afstand’ in kaart te brengen, maar tevens inzicht te krijgen in de rekbaarheid van het neutraliteitsbegrip in de Lage Landen.

Subthema’s die in de bijdragen mogelijk aan bod kunnen komen zijn:

  • De verbeelding van de oorlog op afstand in kunst en literatuur
  • Humanitaire hulp en opvang van vluchtelingen (Rode Kruis, opvang van Belgische vluchtelingen tijden de Eerste Wereldoorlog, liefdadigheidsacties)
  • Nederlanders in buitenlandse krijgsdienst en oorlogsvrijwilligers (Zouaven, Internationale Brigades Spaanse Burgeroorlog)
  • ‘De oorlog van anderen’ in de pers (propaganda, oorlogscorrespondentie)
  • Het spanningsveld tussen publieke partijdigheid en politieke afzijdigheid (Transvaalnationalisme, internationale boycots)
  • Economische en militaire reacties op ‘oorlogen op afstand’ (rantsoenering, mobilisatie)
  • Engagement van pacifisten en antimilitaristen
  • De angst voor oorlog in de pers en populaire cultuur (toekomstscenario’s, radio, film, fotografie)
  • De impact van oorlog op afstand op nationale zelfbeelden

Papervoorstellen over deze en andere binnen het congresthema passende onderwerpen zijn welkom. Belangstellenden kunnen een voorstel van max. 300 woorden en een (beknopte) biografische beschrijving indienen tot en met 1 juni 2022. In de tweede helft van juni wordt uitsluitsel gegeven over de selectie. Abstracts kunnen worden gezonden aan: Marjet Brolsma (m.brolsma@uva.nl)

Mondkapje

Jaarcongres gaat door, met maatregelen

Een mededeling over het Jaarcongres op 3 december van Marjet Brolsma, namens de Werkgroep De Moderne Tijd

We zijn verheugd u te melden dat, ook met de nieuwe coronamaatregelen, ons congres over ‘Veerkracht! Wegen uit de crisis, 1780-1940’ van vrijdag 3 december door kan gaan op locatie en zoals gepland kan plaatsvinden in de Doelenzaal van de Universiteitsbibliotheek van de UvA. Wel zijn we vanwege de nieuwe coronamaatregelen genoodzaakt om een aantal aanpassingen te maken. Zo zullen we u vragen uw coronatoegangsbewijs te tonen bij binnenkomst en is het verplicht om een mondkapje te dragen wanneer u door UvA gebouwen loopt. Pas wanneer u zit, mag het kapje af. Tot onze spijt is het volgens de huidige coronaregels helaas niet mogelijk om u een lunch, koffie/thee en borrel aan te bieden. Daarom willen we u vragen om zelf zorg te dragen voor uw lunch en dit elders te nuttigen. Omdat we geen catering mogen aanbieden, schrappen we ook de kosten voor deelname; deelname aan het congres is m.a.w. gratis. We hopen er – het thema van ons congres indachtig – een mooie, interessante dag van te maken op 3 december!

Hartelijke groet en tot dan,

Marjet Brolsma

Camerata Crowdfund

10/12 Symposium Bilderdijk

Symposium

Rampen in de tijd van Bilderdijk

Vrijdag 10 december 2021, 15.30-17.15 uur
Universiteitsbibliotheek Leiden, Witte Singel 27, Vossiuszaal

De Werkgroep Bilderdijk van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde te Leiden nodigt u van harte uit voor het bijwonen van een middag met lezingen over Rampen in de tijd van Bilderdijk. Bij deze gelegenheid wordt ook het aan dit thema gewijde nieuwe Jaarboek Bilderdijk ten doop gehouden. De toegang is gratis, voor meer informatie: r.a.m.honings@hum.leidenuniv.nl.

Programma

15.30-15.35 Opening door Rick Honings
15.35-15.40 Introductie op het thema door Lotte Jensen
15.40-16.05 Robert Verhoogt, ‘Bilderdijk, de Zondvloed en de geologie. Over natuurrampen als inspiratie voor onderzoek naar de aarde in de negentiende eeuw’
16.05-16.30 Arti Ponsen, ‘“Gebiedt ge uw’ Englen niet, in dees afgrijsbren nood?” Hoe de buskruitramp de beeldvorming over koning Lodewijk Napoleon bepaalde’
16.30-16.40 Muzikaal intermezzo
16.40-17.05 Marieke van Delft, ‘Poëzie en rumoer vanwege een overstroming in 1825’
17.05-17.15 Aanbieding Jaarboek Bilderdijk aan Onno Blom + afsluiting
Vanaf 17.30 Bezichtiging Bilderdijk-kamer in het Leidse Academiegebouw
Anton Muttenthaler, Hans Welgemoed vindt het geluk, ca. 143-1920. Rijksmuseum Amsterdam

3/12 Jaarcongres: Veerkracht!

Veerkracht! Wegen uit de crisis, 1780-1940

Congres Werkgroep De Moderne Tijd

Vrijdag 3 december 2021
Universiteitsbibliotheek (Singel 425), Doelenzaal, Amsterdam

Update 29 november 2021: het congres gaat door, met maatregelen; zie hier voor meer details. Het programma is licht aangepast, zodat het congres voor 17:00 kan afsluiten.

De coronapandemie heeft ons lange tijd in de greep gehouden, maar langzaam lijkt er zicht op verbetering en misschien zelfs een einde van de crisis te komen. De crisis heeft een groot beroep gedaan op mentale en fysieke veerkracht. Veerkracht omvat het vermogen om terug te buigen, te weerstaan en te herstellen en kan zowel op het individuele als collectieve niveau betrekking hebben: niet alleen een persoon, maar ook een samenleving kan veerkrachtig zijn.

Veerkracht is al decennialang een sleutelbegrip binnen academische kringen (‘resilience’), en wordt vanuit meerdere disciplines bestudeerd: de economie, de culturele studies, de sociale wetenschappen, de politicologie enzovoort. Vanuit historisch perspectief worden zelfs modellen geschetst om de ‘veerkracht’ van toekomstige samenlevingen te kunnen voorspellen.

Op dit congres onderzoeken we hoe veerkracht tot uiting kwam in Nederland en Vlaanderen in de periode 1780-1940 vanuit een multidisciplinair perspectief.

Welk herstellend vermogen lieten godsdienstige, politieke en culturele gemeenschappen zien na ontwrichtende gebeurtenissen? Hoe manoeuvreerden politici en hun instituties zich uit een crisis? En hoe toonden individuele burgers veerkracht? Hoe gaven dichters, musici en schilders uiting aan mentale weerbaarheid? Waar putten ze hoop en inspiratie uit en hoe visualiseerden zij de nieuwe toekomst, na de crisis?

Op dit congres vestigen we ook de aandacht op de complexiteit van een begrip als veerkracht. Hoe verhoudt het begrip veerkracht zich tot politieke, sociaaleconomische en culturele verandering en wat is de relatie tussen kwetsbaarheid en veerkracht? Op het eerste gezicht zijn beide begrippen immers twee kanten van dezelfde medaille. Zonder neergang of tegenslag is veerkracht nauwelijks denkbaar.

Aanmelden kan tot 26 november 2021 bij Marjet Brolsma (M.Brolsma@uva.nl). De toegang is gratis, i.v.m. de coronamaatregelen.

Programma

9:30-10:00
Inloop
10:00-10:15
Inleiding voorzitter

Lotte Jensen (RU)
10:15-11:00
Openingslezing
‘Veerkracht. Wegen uit de crisis’
Beatrice de Graaf (UU)
11:00-12:00
Sessie I: Veerkracht en emotie
‘Emotionele praktijken in de gevangenissen van Rotterdam en ’s Hertogenbosch 1800-1850’

Iris van de Zande (OU)
‘Gevende vaderlanders. Landelijke inzamelingsacties na rampen als nationale veerkracht’
Fons Meijer (RU)
12:00-13:15
Lunchpauze (op eigen gelegenheid)
13:15-14:45
Sessie II: Revolutie en restauratie
‘Hoe beëindig je een burgeroorlog? De veerkracht van lokale overheden tijdens de Oranjerestauratie, 1787-1788’
Friso van Nimwegen (UL)
‘Verwerking van het crisisverleden: veerkracht in civil society in Dordrecht, 1813-1850’
Adriejan van Veen (RU)
‘Scherven rapen; Banten en de (im)materiële erfenis van de koloniale vernietiging’
Adieyatna Fajri en Kelly Breemen (NIOD)
14:45-15:15
Pauze
15:15-16:45
Sessie III: De verbeelding van veerkracht
‘Het beeld van de veranderende stad in de topografisch-historische collectie van de Gentse verzamelaar Pierre-Jacques Goetghebuer’
Inge Misschaert (UG)
‘Veerkracht in de Nederlandse dorpsvertelling’
Anneloek Scholten (RU)
‘Als de Feniks zal het herboren uit zijn assche zijn herrezen! De verbeelding van veerkracht in het Vlaamse landschap, 1915-1920’
Bart Tritsmans (UA)
16:45-16:50
Slotwoorden
Anthony Oberman, De schilder in zijn atelier (1820). Rijksmuseum Amsterdam.

8/10 Van Lennep-lezing Jenny Reynaerts

Vrijdag 8 oktober 2021
20.00-21.30 uur
Spui25, Amsterdam

Gratis registratie:
https://spui25.nl/programma/de-elfde-jacob-van-lennep-lezing/make_reservation

De elfde Jacob van Lennep-lezing

De Jacob van Lennep-lezing keert jaarlijks terug in de eerste week van oktober en beoogt de Nederlandse literatuur en cultuur van de negentiende eeuw onder de publieke aandacht te brengen. Dit jaar onderzoekt Jenny Reynaerts de negatieve stereotypering van de negentiende-eeuwse Nederlandse schilderkunst.

In een vroege kunstkritiek in De Naprater uit 1826 en toegeschreven aan redacteur Jacob van Lennep, klaagde deze de Nederlandse kunst en kunstkritiek aan om haar conservatisme en commerciële insteek: ‘De heerschende geest alhier brengt teveel mede om aan het oude gehecht te blijven, al wat naar Rembrand zweemd word blindelings met enthousiasme ontvangen en met goud betaald.’ Deze negatieve reputatie is de negentiende-eeuwse Nederlandse schilderkunst lang blijven aankleven.

Juist dit stereotiepe beeld was de aanleiding voor Jenny Reynaerts om een nieuw overzichtsboek te schrijven, waarin de schilderkunst uit die tijd met frisse blik wordt bekeken en in een veelal internationale context geplaatst. In haar lezing zal Reynaerts uit de doeken doen met welke keuzes zij zich geconfronteerd zag bij het schrijven van Spiegel van de werkelijkheid, en of haar aanpak heeft geleid tot aanpassing van de oude kritiek. Dat zal zij onder meer doen aan de hand van twee tentoonstellingen naar aanleiding van het boek, Spiegel van de ziel (Singer Laren 2020) en Wanderlust (Dordrechts Museum 2022).

Over de sprekers

Jenny Reynaerts is senior conservator schilderijen van het Rijksmuseum en auteur van Spiegel van de werkelijkheid. 19de-eeuwse schilderkunst in Nederland (Mercatorfonds/Rijksmuseum 2019).

Lotte Jensen is hoogleraar Nederlandse literatuur- en cultuurgeschiedenis aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Ze is voorzitter van de Werkgroep De Moderne Tijd en publiceert over Nederlandse identiteitsvorming, literatuur en geschiedenis. Recent publiceerde ze als co-redacteur Napoleons nalatenschap. Sporen in de Nederlandse samenleving en De grote en vreeselike vloed. De Sint-Elisabethsvloed 1421-2021.

Jan Rock (moderator) is universitair docent Nederlandse letterkunde bij de Universiteit van Amsterdam.

Afbeelding: Anthony Oberman, De schilder in zijn atelier (1830). Rijksmuseum Amsterdam.

In memoriam Evert van Uitert (1936-2021)

‘Maar de weg die ik nu bewandel, die moet ik blijven volgen; als ik niets doe, als ik niet studeer, als ik dus niet meer zoek, dan ben ik verloren, arme ik. Zo zie ik de dingen, doorgaan, doorgaan, dat is wat er moet gebeuren.’
– Vincent van Gogh 22-24 juni 1880

In memoriam Evert van Uitert (1936-2021)

Op zondag 30 mei 2021 overleed de kunsthistoricus Evert van Uitert. Sinds 1970 publiceerde Van Uitert over Vincent van Gogh en leverde hij een grote bijdrage aan het onderzoek naar het leven en werk van Nederlands beroemdste kunstenaar. Hij promoveerde in 1983 aan de Universiteit van Amsterdam cum laude op Vincent van Gogh in creative competition. Four essays from Simiolus. Aan deze universiteit was hij van 1984 tot 2001 hoogleraar kunstgeschiedenis, in het bijzonder van de nieuwste tijd en hield hij een spraakmakende oratie onder de titel Het geloof in de moderne kunst.

Daarnaast werkte hij mee aan diverse tentoonstellingen en boeken. Hij was betrokken bij de monumentale overzichtstentoonstelling over Vincent van Gogh in het Van Gogh Museum en het Museum Kröller-Müller in 1990. Hij schreef over uiteenlopende onderwerpen van Pieter Haverkorn van Rijsewijk, Guillaume Apollinaire, Anton Pieck, maar ook over tuinen, muziek en ironie in kunst.

Als bevlogen docent inspireerde hij generaties studenten kunstgeschiedenis en promovendi. Van Uitert was erudiet, bescheiden, eigenzinnig, hartelijk en bovenal nieuwsgierig naar kunst en kunstenaars tot aan het einde van zijn leven. Met zijn grote kennis en enthousiasme leverde hij een belangrijke impuls aan de belangstelling en het onderzoek naar de moderne kunst en Vincent van Gogh in het bijzonder.

De vele zonnebloemen bij zijn uitvaart waren een ontroerend eerbetoon.

Robert Verhoogt

Bilderdijkkamer

Bilderdijkkamer en collectie online te bezoeken

De Bilderdijkkamer in het Academiegebouw van Universiteit Leiden is nu geheel online te bezoeken. Op het platform Things That Talk is zowel de vaste opstelling van de Bilderdijkkamer als een selectie uit de collectie Bilderdijkiana te bekijken. De collectie is niet alleen te zien, maar ook te horen. Luister naar gedichten en brieven van Bilderdijk, voorgedragen door Bilderdijk-biograaf Peter van Zonneveld, en leer meer over een van Nederlands’ belangrijkste Romantische dichters aan de hand van voorwerpen uit zijn persoonlijke collectie, van zijn bespiegelingen op de dood tot zijn grondige afkeer van Duitse kachels. De Leidse Bilderdijk-collectie wordt zo op een bijzondere, interactieve manier ontsloten.

Leiden

De Bilderdijkkamer is vernoemd naar de dichter, advocaat en veelzijdige geleerde Willem Bilderdijk (1756-1831) die zijn leven lang een bijzondere band had met de stad Leiden. Bilderdijk studeerde tussen 1780 en 1782 rechten in Leiden, was er getuige van de verwoestende buskruitramp van 12 januari 1807 en doceerde hier tussen 1817 en 1827 als privaatdocent. Toen Bilderdijk in 1827 naar Haarlem verhuisde, nam hij ontroerd afscheid van Leiden, een stad die hij de ‘bloem der steden’ noemde.

Samenwerking

In 2018 besloot de Vereniging ‘Het Bilderdijk-Museum’ om haar collectie in permanent bruikleen te geven aan de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde in Leiden, die haar collecties laat beheren door Universitaire Bibliotheken Leiden (UBL), en die zelf al een grote verzameling Bilderdijkiana bezat. Vorig jaar verscheen hierover het boek Een sublieme nalatenschap. De erfenis van Willem Bilderdijk (Leiden University Press 2020). Dankzij een bijzondere samenwerking tussen de Werkgroep Bilderdijk van de MdNL, de UBL en Things That Talk is de fraaie Bilderdijkkamer nu voor iedereen digitaal te bezoeken in de 360-graden-omgeving van Things That Talk.

Ronddwalen en rondleidingen

Zoom in op zijn portretten en klik op interessante objecten, zoals Bilderdijks dodenmasker. Maar er is meer dan dat. Behalve de bijzondere stukken en schilderijen die in de kamer worden bewaard, is samen met conservator Na-middeleeuwse handschriften en Archieven van de UBL, Mart van Duijn, een selectie gemaakt van de mooiste Bilderdijkiana. Stukken die normaal in de kluis van de Bijzondere Collecties berusten, zijn nu op tafel uitgestald en te bezichtigen. De online bezoeker kan vrij ronddwalen door de kamer en de collectie maar ook vijf thematische rondleidingen volgen over: leven, gezin, schrijverschap, kunstenaar, geleerde en cultuurcriticus en Verering.