Archief nummers

De Negentiende Eeuw 10 (1986) 1: ‘Arte et Amicitia’

Wiepke Loos, ‘De “Kunst-Krans” (1881-1904). Het vriendenalbum van het Amsterdamse kunstgezelschap Arte et Amicitia’, 1-41.

De Negentiende Eeuw 9 (1985) 4

A. Doedens, ‘“Stad van bloed en gruwelfeesten … ’t hemeltergend wuft Parijs”: Nederland en de Commune-opstand van 1871’, 193-206.

D. Jansen, ‘Licht op H. J. Schimmel. Het spiritisme als levensbeschouwing’, 207-220.

Literatuuroverzicht, 221-233.

De Negentiende Eeuw 9 (1985) 3: ‘Het beeld van de zeventiende in de negentiende eeuw’

Peter van Zonneveld, ‘Het beeld van de zeventiende in de negentiende eeuw. Daguerreotype of panorama?’, 105-108.

P.B.M. Blaas, ‘De Gouden Eeuw: overleefd en herleefd. Kanttekeningen bij het beeldvormingsproces in de 19de eeuw’, 109-130.

B. Luger, ‘Gezicht en vergezicht. Perspectiefproblemen in het beeld van de zeventiende en negentiende eeuw’, 131-144.

E.A. Koolhaas-Grosfeld, ‘De negentiende eeuw en de zeventiende-eeuwse schilderkunst, als een vraagstuk van Ouden en Modernen I’, 145-170.

Evert Wiskerke, ‘“Wat zal ik u van onzen Vondel zeggen?” Enkele stemmen over Vondel in het begin van de negentiende eeuw’, 171-192.

De Negentiende Eeuw 9 (1985) 2

René Spork, ‘De discussie over het remplaçantenstelsel in Nederland 1873-1898’, 49-64.

A.J. Hanou, ‘Kinker en “Vooruitgang door Wetenschap”’, 65-82.

Peter van Zonneveld, ‘Nicolaas Beets en de Leidse Jagers’, 83-85.

Literatuuroverzicht, 87-100.

De Negentiende Eeuw 9 (1985) 1

Eveline Luursema, ‘De ontstaansgeschiedenis van het monument voor graaf Adolf van Nassau te Heiligerlee’, 1-24.

Evert Wiskerke en Marita Mathijsen ‘Bibliografie literaire tijdschriften 5: 1840-1849’, 25-47.

De Negentiende Eeuw 8 (1984) 3-4

Ellinoor Bergvelt, ‘Rijksaankopen van eigentijdse kunst, 1800-1850’, 166-180.

Tineke Jacobi, ‘Tesselschade, jaarboekje voor 1838, 1839 en 1840’, 181-201.

Nop Maas en Frank Engering ‘Van burger tot bekeerling. Vondel in De Nederlandsche Spectator’, 203-224.

Literatuuroverzicht, 225-237.

De Negentiende Eeuw 8 (1984) 2: ‘Romantiek’

Peter van Zonneveld, ‘Romantiek in Nederland (1800-1850): een problematische inventarisatie’, 49-52.

W. van den Berg, ‘Kanttekeningen bij de letterkundige Romantiek’, 53-71.

H.A.M. Snelders, ‘Romantiek en natuurwetenschappers in Nederland (1800-1850)’, 72-90.

E.H. Cossee, ‘”De geheele godsdienst behoort tot het gevoel”: Romantische elementen in kerk en theologie’, 91-107.

W. Laanstra, ‘Romantiek in de schilderkunst’, 108-129.

Ben Albach, ‘Romantiek en het toneel in de tijd van François-Joseph Pfeiffer’, 130-153.

Tuja van den Berg, ‘Romantische decors in Nederland’, 154-162.

De Negentiende Eeuw 8 (1984) 1

Polly den Tenter, ‘Scottomanie in Nederland. De Nederlandse vertalingen van Walter Scott’s romans tussen 1824 en 1834’, 3-15.

Lut Troch, ‘De vrouw op de Nederlandse Taal- en Letterkundige Congressen 1849-1912’, 16-22.

Literatuuroverzicht, 33-48.

De Negentiende Eeuw 7 (1983) 4

A. de Jonge en W.W. Mijnhardt ‘Het genootschapsonderzoek in Nederland’, 253-259.

Evert Wiskerke en Marita Mathijsen, ‘Bibliografie literaire tijdschriften 4: 1830-1839’, 260-276.

J. Erkelens, ‘Martinus Schouman (1770-1848). Biografie van een Dordtse zeeschilder’, 277-294.

De Negentiende Eeuw 7 (1983) 3

M.H. le Clercq en E.E.P. Korving, ‘Het toneel in de Leidse
Schouwburg tussen 1830 en 1840’, 201-209.

Marja Keijser, ‘Kalver- en zolderschuiten. Verhuisdag in de negentiende eeuw’, 210-214.

Peter van Zonneveld, ‘Een Albumblad van R.C. Bakhuizen van den Brink (1834)’, 215-217.

Marita Mathijsen, ‘Potgieters nichtje’, 218-219.

Nop Maas, ‘De titelprent van de eerste jaargang van de Nederlandsche spectator’, 220-229.

Literatuuroverzicht, 238-251.