Lut Troch, ‘De vrouw op de Nederlandse Taal- en Letterkundige Congressen 1849-1912’, 16-22.
De Negentiende Eeuw 7 (1983) 4
De Negentiende Eeuw 7 (1983) 3
M.H. le Clercq en E.E.P. Korving, ‘Het toneel in de Leidse
Schouwburg tussen 1830 en 1840’, 201-209.
Marja Keijser, ‘Kalver- en zolderschuiten. Verhuisdag in de negentiende eeuw’, 210-214.
Peter van Zonneveld, ‘Een Albumblad van R.C. Bakhuizen van den Brink (1834)’, 215-217.
Marita Mathijsen, ‘Potgieters nichtje’, 218-219.
Nop Maas, ‘De titelprent van de eerste jaargang van de Nederlandsche spectator’, 220-229.
De Negentiende Eeuw 7 (1983) 2: ‘Genootschappen’
De Negentiende Eeuw 7 (1983) 1
De Negentiende Eeuw 6 (1982) 4
De Negentiende Eeuw 6 (1982) 3
De Negentiende Eeuw 6 (1982) 2
De Negentiende Eeuw 6 (1982) 1
De Negentiende Eeuw 5 (1981) 4: ‘1830’
E.H. Kossmann, ‘Is het Nederlandse volk door de scheiding van 1830 “wakker geschud”?’, 179-188.
Els Witte, ‘De vóór- en nadelen van de gebeurtenissen van 1830 voor het Zuiden’, 189-199.
Peter van Zonneveld, ‘De Belgische Opstand en de Nederlandse literatuur,’ 200-212.
M. van Hattum, ‘De Leidse Jager G.A.N. Allebé (1810-1892)’, 213-227.
Mieke van der Wal, ‘”Even onwrikbaar als de Geschiedenis onuitwisbaar is”‘, 228-249.